Informatie over Indonesië

Volgende week vrijdag vertrekken we naar Indonesië, dus het gaat nu opschieten. We zijn ons aan het voorbereiden, maar eerst vraagt het werk en thuis nog om aandacht. Zorgen dat het werk zo weer opgepakt kan worden als je terug komt, zorgen dat het huis en de tuin op orde zijn. En dan: inlezen in de boekjes, zoals de Trotter reisgids en Indonesië in een rugzak. En verder wat gekeken op het internet. Een boeiend land en een boeiend volk lijkt het mij. Hier is een aantal wetenswaardigheden over

Vlag
De nationale vlag van Indonesië (Sang Saka Merah Putih) is een tweekleurige vlag met twee gelijke horizontale banden, rood (bovenkant) en wit. Zijn kleuren zijn afgeleid van de kleuren van het Majapahitrijk uit de veertiende eeuw. Het rood staat voor moed en het wit voor zuiverheid. Na de Tweede Wereldoorlog verklaarden de Indonesische nationalisten hun onafhankelijkheid en werd de vlag aangenomen als nationale vlag van de nieuwe Republiek.

Wapen
De Garoeda is het centrale element in het wapen van Indonesië. Garoeda is in de hindoeïstische mythologie een mythisch wezen, half mens, half adelaar. Hij dient als rijdier voor de god Vishnoe. De Garoedas zijn ook een klasse goden (of bovennatuurlijk wezen) in het boeddhisme en het hindoeïsme. De Garoeda heeft zeventien veren aan elk vleugel, acht staartveren en 45 nekveren. Samen bij elkaar brengt het de onafhankelijkheidsdag van Indonesië: 17 augustus (de achtste maand) (19)45. Op de vaandel die de in zijn Garuda houdt, staat: Bhinneka Tunggal Ika. Wat "Eenheid in verscheidenheid" betekent. Op de borst van de Garuda staat de Pancasila gesymboliseerd: De Ster De Gesloten Ketting De Waringinboom De Banteng De Rijsthalm en Katoentak

Oppervlakte
De landoppervlakte is 1.926.000 km2 (56x Nederland), maar rekenen we al het water tussen de 13.677 eilanden waaruit Indonesië bestaat erbij, dan wordt die oppervlakte 4 maal zo groot. Van oost naar west is Indonesië 5.120 km lang en van noord naar zuid 1.760 km breed.

Afstand
Amsterdam-Jakarta ca. 12.500 km. Het tijdsverschil met de Nederlandse wintertijd is in het westen van Indonesië (incl. Jakarta) +6 uur, in het midden (b.v. Ujung Pandang) +7 uur, in het oosten (b.v. Ambon) +8 uur. Met de Nederlandse zomertijd is dat steeds 1 uur minder.

Klimaat
Over het algemeen heeft Indonesië een tropisch klimaat, met een gemiddelde temperatuur van ca. 30 graden C. In hoger gelegen delen wat koeler tot koud. Van mei tot oktober waait een droge oost-moesson en van november tot april een natte west-moesson. In de Molukken is dit seizoenspatroon net andersom.

Bevolking
Het aantal inwoners van Indonesië bedraagt in 2001 ca. 220 miljoen. Jaarlijks groeit de bevolking met ca. 3 miljoen. Er zijn steden met miljoenen inwoners (Jakarta ca. 10 miljoen, Surabaya ca. 2,7 miljoen, Medan ca. 2,3 miljoen, Bandung ca. 1,7 miljoen en Semarang 1,3 miljoen). Er leven in afgelegen gebieden van Indonesië meer dan 100 inheemse groepen, waarvan sommige nog maar net het stenen tijdperk aan het verlaten zijn. Voorbeelden hiervan vinden we bij Papoea volken in Irian Jaya en Dayak volken in Kalimantan (het Indonesische deel van Borneo). 60% van de bevolking woont op de eilanden Java en Madura, die slechts 6% van het totale landoppervlak beslaan. De regering probeert aan die ongelijke spreiding van de bevolking wat te doen door de zogenaamde transmigratie, een programma waarbij gezinnen vanuit Java worden verhuisd naar minder bevolkte gebieden op Sumatra, de Molukken en Irian Jaya (het vroegere Nieuw-Guinea).

Religie
Het grootste deel van de bevolking (85%) is Islamiet en daardoor is Indonesië het grootste Islamitische land ter wereld. 10% van de bevolking is Christelijk, waarbij er ongeveer evenveel Protestanten als Katholieken zijn. 2% is Hindoeïstisch (vooral op Bali) en 2% Boeddhistisch.

Bestuur
Ondanks het overwicht van de Islam is Indonesië geen Islamitische staat. Het bestuurssysteem is wereldlijk en propageert godsdienstvrijheid met een soort verplichting om in God te geloven, vanuit welke religie dan ook. Die verplichting is verwoord in één van de zogenaamde Pancasila (vijf zuilen), basisprincipes waarop de Indonesische staat is gegrondvest. De andere vier zuilen betreffen menswaardigheid, eenheid, democratie en sociale rechtvaardigheid. Indonesië kent een presidentieel systeem, de president is staatshoofd en regeringsleider. Er is een parlement, de volksraad, (Dewan Perwakilan Rakyat of DPR, 500 zetels; 462 gekozen d.m.v. verkiezingen, 38 zijn aangewezen militairen; de leden zijn voor 5 jaar gekozen.)

President
Sinds de onafhankelijkheid heeft Indonesië zes presidenten gehad. Indonesië is bezig met de democratisering van de politiek. In 2004 is de zesde president voor het eerst door het volk gekozen.

Op 23 juli 2001 benoemde het Volkscongres Megawati Soekarnoputri tot President.

In 2005 werd oud-generaal Susilo Bambang Yudhoyono, kortweg SBY genoemd, de nieuwe president van Indonesië.
Hij kwam in alle provincies als winnaar uit de bus. SBY kreeg 60% van de stemmen.
Vorig president Megawati Soekarnoputri bleef steken op 39%.

Joko (Jokowi) Widodo is sinds juli 2014 de huidige (2021) en 7e president van Indonesië.
Hij werd geboren op 21 juni 1961 in Solo, Java.
Hij behoort tot de Politieke partij Strijdende Indonesische Democratische Partij (PDI-P).
In augustus 2018 stelde Jokowi zich verkiesbaar voor een tweede termijn, voor de presidentsverkiezingen van 17 april 2019.
Op 20 oktober 2019 werd hij beëdigd en is zijn tweede termijn begonnen.

Geschiedenis: In de eerste eeuwen van onze jaartelling werden vanuit India en China Hindoeïsme en Boeddhisme naar Indonesië gebracht. Tussen 1300 en 1600 verspreidde de Islam zich in Indonesië. In 1512 kwamen de Portugezen in de Molukken, die vervolgens in 1605 door de Nederlanders werden verdreven. Het ging vooral om de handel in de specerijen die daar te verkrijgen waren. In 1619 stichtte J.P. Coen op Java de stad Batavia en in de eeuwen daarna, tot aan het begin van deze eeuw, breidde zich het koloniale gezag van de Nederlanders zich gestaag over de archipel uit. Na de Japanse capitulatie aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd op 17 augustus 1945 de Republiek Indonesië uitgeroepen door Soekarno, die ook de eerste president werd. Na veel militaire en politieke strijd legde Nederland als kolonisator van Indonesië zich in december 1949 bij deze situatie neer.

Talen
Het uit het Maleis voortgekomen Bahasa Indonesia is de officiële taal. Daarnaast worden er nog ca. 400 andere talen gesproken, waarvan zo'n 200 op Irian Jaya. Na de onafhankelijkheid is de spelling wat gewijzigd. Zo wordt de klank `tj' nu met een c genoteerd, de engelse g met een g, `dj' met een j, de `j'-klank met een y en de `oe'-klank met een u. In Nederland schrijven wij hier bepaalde zaken uit de Indonesische keuken nog met de oude spelling. Ketjap (soja saus) en Atjar Tjampoer (gemengd tafelzuur) worden bijvoorbeeld nu in Indonesië geschreven als Kecap en Acar Campur.

Geld
De munteenheid is de Rupiah (Rp). Wisselkoersen Euro en Rupiah op 12 juli:
EUR / Rupiah 1 = 11.555
2 = 23.110
3 = 34.665
4 = 46.220
5 = 57.775
6 = 69.330
7 = 80.885
8 = 92.440
9 = 103.995
10 = 115.550
15 = 173.325
20 = 231.100
25 = 288.875
30 = 346.650
35 = 404.425
40 = 462.200
45 = 519.975
50 = 577.750
55 = 635.525
60 = 693.300
65 = 751.075
70 = 808.850
75 = 866.625
80 = 924.400
85 = 982.175
90 = 1.039.950
95 = 1.097.725
100 = 1.155.500

De 'Gordel van smaragd' bestaat uit drie grote eilanden: Sumatra, Java en Bali.

Sumatra

Geschiedenis
Een oude naam voor Sumatra was "Swarna Dwipa" (Sanskriet voor "Eiland van Goud"), waarschijnlijk door de zeer vroege export van goud uit de mijnen van de Sumatraanse hooglanden. Door de ligging aan de Indiaas-Chinese handelsroutes ontstonden vooral aan de oostkust verschillende handelssteden. Hierdoor werden ook invloeden van Indiase religies meegebracht naar Sumatra. Het meest bekende voorbeeld is Srivijaya, een Boeddhistische monarchie met het huidige Palembang als centrum. Door handel en veroveringen domineerde dit koninkrijk de regio in de 7e-9e eeuw en bevorderde de verspreiding van de Maleise cultuur op Sumatra, het Maleis Schiereiland en west-Borneo (Kalimantan). De invloed van het koninkrijk strekte zich echter niet veel verder uit dan de kustgebieden. De invloed van het Srivijaya-koninkrijk nam af in de 11e eeuw. Het eiland werd herhaaldelijk binnengevallen vanuit Java, door Javaanse koninkrijken: eerst Singasari en later Majapahit. Tijdens deze periode deed ook de islam zijn intrede, die werd verspreid door contacten met Arabische en Indiase handelaren. In de late 13e eeuw bekeerde de heerser van het Samudra-koninkrijk (nu Atjeh) zich tot de islam. De naam "Samudra" werd door Ibn Battuta uitgesproken als "Sumatra", vandaar de naam van het eiland. Samudra werd opgevolgd door het machtige Atjeh-Sultanaat, dat tot in de 20e eeuw bestaan heeft. Met de komst van de Nederlanders werden de vele Sumatraanse prinsdommen geleidelijk onder Nederlands gezag ondergebracht. Atjeh was het belangrijkste obstakel, gezien de lange en dure Atjeh-oorlog (1870-1905). (De huidige Indonesische spelling is overigens "Aceh".)

Bevolking
Bevolking Sumatra is niet erg dichtbevolkt (21 miljoen inwoners in een gebied ter grootte van Duitsland). De dichtstbevolkte regio's zijn het grootste deel van Noord-Sumatra en de centrale hooglanden van West-Sumatra. De grootste urbane centra zijn Medan en Palembang. De meerderheid van de Sumatranen is Moslim. De Batak zijn over het algemeen Protestantse Christenen, vooral door Nederlandse en Duitse invloed. Een minderheid van de bevolking is Hindoe, Boeddhist of Katholiek. De Minangkabau maken met 8 miljoen zielen ongeveer 40% uit van de Sumatraanse bevolking. De hooglanden in Noord-Sumatra worden bewoond door de Batak en de meest noordelijke kust door Acehers. In de stedelijke centra vindt men ook minderheden van etnische Chinezen. Taal De bevolking is grotendeels Maleis, bestaande uit vele verschillende groepen, met ongeveer 52 verschillende talen. Veel van de groepen delen inmiddels echter bepaalde tradities en de talen zijn sterk aan elkaar verwant (alhoewel meestal niet onderling verstaanbaar). Maleisisch-sprekende volkeren domineren de oostkust van Sumatra, terwijl de westkust vooral gedomineerd wordt door volken met aan het Maleisisch verwante talen, als Lampung en Minangkabau.

Tobameer
Het Tobameer is een meer in de provincie Noord-Sumatra op Sumatra, bereikbaar vanaf Medan, in Indonesië. Het meer is ontstaan als gevolg van een reusachtige vulkaanuitbarsting (een Supervulkaan) zo'n 70-75.000 jaar geleden. De afmetingen van het Tobameer zijn ongeveer 100 km in lengte en 31 km in breedte, met een totale oppervlakte van ongeveer 1146 km². Het meer is hierdoor het grootste meer in Zuidoost-Azië. Het Tobameer is ook erg diep: alhoewel de exacte diepte niet precies bekend is, wordt deze op meer dan 450 meter geschat. In het Tobameer ligt ook een schiereiland dat ongeveer 30.000 jaar geleden is ontstaan als gevolg van een vulkaanuitbarsting. Dit eiland met de naam Samosir heeft de afmeting van ongeveer 46 km bij 21 km en is vooral bij rugzaktoeristen een populaire bestemming. Het eiland wordt bewoond door de Toba Batak. Op het eiland zijn enkele dorpjes met Batak-huizen, zoals Ambarita, Tomok en Simanindo. Vanwege de, voor Indonesische begrippen, lage temperaturen van ongeveer 27 C° overdag en ongeveer 22 C° in de avond, is het een lekkere afkoeling vergeleken bij de tropische warmte van Medan met 31 C°.

De supervulkaan Toba barst ongeveer éénmaal per 400.000 jaar uit, waarbij de uitbarsting van ongeveer 70-75.000 jaar geleden de laatste en grootste was. Deze geldt zelfs als de grootste vulkaanuitbarsting op aarde van de laatste 2 miljoen jaar. De door de uitbarsting gevormde caldera is het tegenwoordige Tobameer, 100 km lang en 30 km breed. Door de uitbarsting van 73.000 jaar geleden kwam een groot gedeelte van het eiland onder een dikke laag lava en de vulkaan blies tussen de 25.000 en 30.000 km³ as de lucht in (ter vergelijking: bij de uitbarsting van Mount Saint Helens in 1980 kwam 1 km³ as in de lucht). Hierdoor werd een groot gebied ten Noordwesten van de vulkaan onder een dikke laag as bedolven en de temperatuur daalde overal op aarde, doordat de asdeeltjes (met name het gevormde zwavelzuur) het zonlicht blokkeerden (een verschijnsel vergelijkbaar met een nucleaire winter).
Volgens de antropoloog Ambrose en de vulkanoloog Mike Rampino kan de uitbarsting van Toba hebben geleid tot een soort ijstijd van een tiental eeuwen: de scherpe temperatuurdaling in de eerste jaren kan voor een snelle toename van de hoeveelheid ijs op het aardoppervlak hebben gezorgd; omdat ijs zonlicht terugkaatst, kon de aarde daarna nog verder afkoelen en nog wel een tiental eeuwen te koud blijven. Ambrose beweert vervolgens dat de langdurige afkoeling tot een vermindering van alle populaties op de wereld leidde, waarbij sommige soorten zelfs zouden zijn uitgestorven. Dit had dan ongetwijfeld ook gevolgen voor de evolutie van mens.

 

Bronnen:
Indonet
wikipedia