Teksten over ‘aanvaarding’

Hierna zijn teksten uit de heilige boeken van een aantal religies weergegeven. De rode draad die door deze teksten loopt is het thema aanvaarding. Dit thema is niet altijd direct logisch uit de weergegeven teksten af te leiden. De teksten kun je vergelijken met tarot-kaarten: ze geven een bepaald doorkijkje naar een erachter liggende wereld.

De lezer wordt uitgenodigd om deze teksten in zich op te nemen en op zich in te laten werken. Net als bij de tarot kunt je datgene wat de teksten teweeg brengen door laten komen. Het is van belang om daarbij niet alleen de rationele logica een rol te laten spelen, maar ook je gevoel en intuïtie. Het mooiste is om de standaardinterpretaties die je eventueel kent los te laten. Bij een open instelling kan er een soort communicatie ontstaat tussen de teksten en datgene wat in je onbewuste leeft. Dan krijgen de teksten een dieptedimensie, waardoor we ze in mystieke zin kunnen verstaan. Het is wel van belang daarbij de logica niet uit te schakelen, dat kan je behoeden voor irrationele interpretaties en fantasieën. Het is de totaliteit van denken en voelen, van logica en intuïtie, van bewuste reflectie en  opsporen van onbewuste weerspiegelingen, die de teksten tot leven kunnen brengen.

Ieder heeft zijn eigen verhaal, eigen reflecties en bespiegelingen, die mee-resoneren bij het beschouwen van de teksten uit deze heilige boeken. Het verhaal dat een ander erbij vertelt kan helpen om het eigen verhaal scherper te krijgen.

In een Hindoegeschrift, de Bhagavad Gita, hoofdstuk XVIII (De Yoga der verzaking) lezen wij:

    ARJUNA vraagt:

Ik wil de waarheid vernemen omtrent verzaking en ongehechtheid. Wat is het verschil tussen deze twee principes?

SRI KRISHNA antwoordt:

De wijzen vertellen ons dat verzaking het volledig opgeven betekent van alle handelingen die gemotiveerd worden door begeerte. En zij zeggen dat ongehechtheid inhoudt het opgeven van de vruchten van het handelen.

Wanneer een mens begiftigd is met onderscheidingsvermogen in geestelijke zaken en verlicht is door kennis van het Atman worden al zijn twijfels verdreven. Hij laat zich er niet van weerhouden iets te doen dat onaangenaam voor hem is, noch verlangt hij ernaar iets te doen dat aangenaam is. Geen mens kan alle handelen volledig opgeven, maar hij die de vruchten van het handelen opgeeft wordt onthecht genoemd.

Wanneer iemand zich ongehechtheid verworven heeft, zelfbeheersing en vrijheid van verlangens door verzaking, dan komt hij tot vereniging met Brahman die voorbij alle handelen is.

In een Boeddhistisch geschrift lezen wij, uit het evangelie van Boeddha, hoofdstuk 99, pag. 182:

En Boeddha leerde de mensen het rechte gebruik van het gevoel, en de rechte toepassing van het verstand; en hij leerde de mensen de dingen te zien zoals ze zijn, zonder inbeeldingen, en zij leerden te handelen overeenkomstig de waarheid.  Hij leerde hun gerechtigheid en veranderde aldus redelijke schepselen in menselijke wezens, rechtvaardig, goedhartig en trouw.  En nu werd ten laatste een plaats gevonden, waar de waarheid in al haar heerlijkheid kon wonen, en deze plaats is de ziel der mensheid.

Reflectie: In deze tekst wordt ons verteld dat de Boeddha ons leert hoe wij het leven kunnen leven zoals het bedoeld is.  Kern van het ideaal dat de Boeddha hier weergeeft is: de dingen te leren zien zoals ze zijn.  Geen hoogdravend ideaal ver weg, maar heel erg down-to-earth': zie wat er te zien is in plaats van onze denkbeelden op de werkelijkheid  projecteren en dan die denkbeelden voor waar houden.  Dit is niet vanzelfsprekend, al lijkt het zo logisch als wat.  De waarheid woont niet in ons denken, maar de ziel is de plaats waar de waarheid in al haar heerlijkheid kan wonen.

                       

In een Joods geschrift (Genesis 3 vers 22 - 24) lezen wij:

God zei:
Zie, de mens is geworden als een van ons
wat kennis van goed en slecht betreft;
nu dan, laat hij niet zijn hand uitsteken
en ook van de boom van het leven nemen
en eten
en leven tot in eeuwigheid.
God zond hem uit de tuin van Eden
om de AARDE te bewerken
waaruit hij genomen was.

Hij verjoeg de mens
en plaatste in het oosten voor de tuin van Eden de cherubs
en het vlammend zwaard dat zich heen en weer wendt
om de weg naar de boom van het leven te bewaken.

Uit een geschrift van Zarathoestra ( Yasna 31 vers 19 – 21) lezen wij:

Bevredigt men het diepste leven met de zucht naar het uiterlijke? Alleen wie weet, uit welke bron het kwam, hij laaft zich aan de eeuwige bronnen en alleen deze verkwikking is een ware troost. Eens spatten de vonken naar alle kanten, maar ze zullen zich weer verenigen tot één vlam. Het Betere en het Slechte zijn stukken hout, die tegen elkander gewreven worden; maar het Vuur is goed!

Ga nu deze of die weg, wees rook of vlam, wees verdrukt stikkend in den walm, of laat u laaiend naar boven stuwen. Aan u is de keus!

Maar weet, dat ge niet kiest tussen Ahoera Mazda en de Leugen. Wie nog niet gekozen heeft kent Hem niet, want Ahoera is hoger en dieper – hij geeft voortdurend in het hart de onvergankelijke Heerschappij, de zekere vrede der Waarheid, de Vrede van Zijn Geest.

In een Christelijk geschrift   (Johannes 5 vers 1 – 9 Een genezing op sabbat) lezen wij:

Daarna was er een feest der Joden en Jezus ging op naar Jeruzalem. Nu is er te Jeruzalem bij de Schaapspoort een bad, dat in het Hebreeuws de bijnaam Bethesda draagt, met vijf zuilengangen. Daarin lag een menigte zieken, blinden, verlamden en verschrompelden die wachtten op de beweging van het water. Want van tijd tot tijd daalde een engel des Heeren neder in het bad; dan bewoog het water; wie er dan het eerst in kwam na de beweging van het water, werd gezond, wat voor ziekte hij ook had.

En daar was een man, die reeds achtendertig jaar lang ziek geweest was. Hem zag Jezus liggen en daar Hij wist, dat hij daar reeds lange tijd was, zeide Hij tot hem: Wilt gij gezond worden? De zieke antwoordde Hem: Heere, ik heb geen mens om mij, zodra er beweging komt in het water, in het bad te werpen; en terwijl ik onderweg ben, daalt een ander vóór mij af. Jezus zeide tot hem: Sta op, neem uw matras op en wandel. En terstond werd de man gezond en nam zijn matras op en ging zijns weegs.

In een geschrift van de Islam (Koran, Soera 12 vers 97 – 100 ; de geschiedenis van Jozef) lezen wij:

Zij (de broers) antwoordden: "O, onze vader, vraag voor ons vergiffenis voor onze zonden: wij zijn inderdaad zondaren geweest."

Hij (Jacob) zeide: "Ik zal mijn Heer om vergiffenis voor u vragen. Voorzeker, Hij is de Vergevensgezinde, de Genadevolle."

En toen zij tot Jozef kwamen, huisvestte hij zijn ouders bij zich en zeide: "Komt zoals het Allah behaagt Egypte in vrede binnen."

Hij hief zijn ouders op de troon en zij wierpen zich voor hem neder. En hij zeide: "O mijn vader, dit is de vervulling van mijn vroegere droom. Mijn Heer heeft deze verwezenlijkt. En Hij schonk mij een gunst toen Hij mij uit de gevangenis verloste en u uit de woestijn bracht, nadat Satan tweedracht tussen mij en mijn broeders had gezaaid. Voorzeker, mijn Heer is goedertieren voor wie Hij wil. Waarlijk, Hij is de Alwetende, de Alwijze."  

In de Gayan* lezen wij:

Niemand zal in het leven ervaren wat niet voor hem is bedoeld.

Het is onmogelijk alleen geprezen te worden en nooit enige blaam te ontvangen.
Lof en blaam gaan hand in hand.

De sleutel tot alle geluk is de liefde tot God.

Alle situaties in het leven zijn proeven die het echte en het onechte aan de dag leggen.

Het leven is zoals het is, je kunt het niet veranderen, maar je kunt jezelf veranderen.

Alle dingen zijn goed,
maar alle dingen zijn niet goed voor iedereen,
en niet ten allen tijde juist.

De mens vraagt naar zijn verleden en zijn toekomst;
hoe wonderbaar zou het leven voor hem worden
wanneer hij zich van het eeuwige NU bewust werd.

Ieder ogenblik van het leven is een kans ons geboden

En de grootste kans is de waarde van de kans te kennen.

* De Gayan is een geschrift van de soefi-meester Hazrat Inayat Khan

Teksten over 'vergeving'