VOICE DIALOGUE

Voice Dialogue (afgekort: VD) is een manier om met jezelf in gesprek te raken. Volgens de opvattingen van VD zijn er verschillende deelpersonen in ieder mens aanwezig. Je kunt die deelpersonen ontdekken en je kunt er mee in gesprek gaan, hoe gek dit ook klinkt. Deze deelpersoonlijkheden zijn energiepatronen in ons, die opereren als zelfstandige energieën, ieder met zijn eigen wil, gedachten, gevoelens, wensen en bewustzijn. Wij zijn ons meestal niet bewust van deze verschillende ikken, omdat wij denken te leven vanuit één ik, dat bewust handelend kan optreden en vrije keuzes kan maken. In Voice Dialogue wordt dat het ego genoemd, daarmee wordt de 'uitvoerende' functie in ons bedoeld. Het ego is echter vaak geïdentificeerd met één van onze deelpersoonlijkheden (in Voice Dialogue het primary self genoemd). Door deze identificatie is het 'primary self' dan niet de vrije coördinerende instantie, maar is het gebonden aan de energie van een deelpersoon. De mogelijkheid tot een vrije keuze of bewust handelen is dan geblokkeerd.

INHOUD:

Archetypen als basisgegeven
Deelpersonen
De methode 'Voice Dialogue'
Enkele bijzonderheden
Literatuur

Archetypen als basisgegeven

VD is gebaseerd op de archetypen van Jung. De mensheid heeft zich in de loop van de evolutie ontwikkeld door moeilijke situaties te overwinnen. De kracht om moeilijke situaties te overwinnen is in ons aanwezig doordat in onze genen manieren van overleving zijn opgeslagen in de vorm van archetypen. Zo kunnen de deelpersonen in ons gezien worden als archetypische personen die doorgegeven zijn in de lijn van de erfelijke overdracht. Het zijn als het ware klaarliggende gedragsmogelijkheden waarvan we gebruik kunnen maken. Zo kan de situatie in combinatie met de gereed liggende archetypische gedragspotenties er toe leiden dat je je gaan gedragen als een onschuldig kind, een boze heks, een overheersende tiran, een wreed roofdier. Een bepaalde sub-persoon in je neemt het heft in handen, maar je bent die sub-persoon in essentie niet. Het gaat er om dat je je bewust wordt van de sub-personen die bij jou een belangrijke rol spelen. Door zelfobservatie en zelfreflectie zal dit steeds duidelijker worden. De sub-personen zullen als zodanig niet verdwijnen, maar bewustwording ervan kan ertoe leiden dat je de blinde gehoorzaamheid daaraan doorbreekt. Je laat je er dan niet meer door bepalen. Vanuit je centrum kun je zo proberen zelf de centrale regie op je te nemen en zo meester te worden van jezelf. De verschillende energieën kun je dan min of meer bewust sturen en inzetten: je bent je bewust wanneer de heks, de tiran of het onschuldige kind in je het voortouw neemt, de 'inner observer' neemt dit waar en daardoor bewaar je er tegelijk een zekere afstand van. Je wordt er niet meer zo door bepaald.

De deelpersonen die we in ons gedrag kunnen herkennen zijn bijvoorbeeld het onschuldige kind, het kwetsbare kind, het speelse kind, het magische kind, de kabouter (allemaal aspecten van het kind-archetype). Ook zijn er gedragspatronen als de goede moeder, de inktvis die met haar tentakels haar kroost omkneld houdt, de Prinses, de Koningin, de onschuldige maagd, de hoer, de heks (vormen van het vrouwelijke (moeder-) archetype). Andere gedragspatronen zijn bijvoorbeeld de Almachtige Vader, de tiran, de oude wijze man, de Prins, de Koning, de Held, de Tovenaar, de reus (mannelijke (vader-) archetypen). Ook kunnen we dierlijk gedrag vertonen: gedrag als van een roofdier, een leeuw, een slang, een zwaan, een draak, enz. Men komt ze in alle culturen in sprookjes en mythen tegen.
De Grieken gaven aan deze archetypen godennamen. Ze wisten maar al te goed dat elke god gerespecteerd moest worden. Naast de god Apollo bijvoorbeeld, de god van de Rede en het Licht, moet ook ruimte zijn voor zijn tegenpool, Dionysus, god van het irrationele en de extase. Wie hem niet erkende kreeg hem tegen zich. Stone trekt deze lijn door bij de hedendaagse mens: wanneer we onze irrationele kant verdringen wreekt zich het Dionysisch instinct in ons, meestal op slinkse wijze en op onverwachte momenten. Jung spreekt hier van de Schaduw in ons.

Deelpersonen

VD onderscheidt de volgende groepen deelpersonen:

 

1. 

Het eerst is er ‘het onschuldige, kwetsbare kind’. Dat is het kind zoals het geboren word en het eerste levensjaar leeft: afhankelijk van de voeding en verzorging door anderen; kwetsbaar, en aangewezen op de bescherming van anderen. Dit kwetsbare, innerlijk kind blijft als deelpersoon in ons aanwezig. Met de ontwikkeling van het kind wordt het kind sterker, weerbaarder, minder afhankelijk. Toch blijft er een plekje in ons waarin we dat kwetsbare kind zijn. Het is alleen zo: op een gegeven moment zijn we niet alleen dat kwetsbare kind: we zijn meer dan dat.

2.  In de peuter- en kleuterperiode al ontwikkelt zich de ‘beschermer/beheerser’: die is er om ons kwetsbare ik te beschermen. De peuter leert zichzelf al te verdedigen, zegt al “mij!”, waarmee bedoeld wordt: blijf er af, dat is van mij! Het is goed om in de opvoeding het kind de kans te geven om zijn beschermer/beheerser te ontwikkelen. Daarom is een overbeschermde opvoeding, waarin ouders de moeilijkheden bij het kind wegnemen en het kind blijven beschermen tegen ‘de boze buitenwereld’, funest voor de ontwikkeling van de b/b. De weerbaarheid komt niet goed tot stand, het kind blijft dan afhankelijk van de bescherming van de ouder(s)/opa/oma/de juf/enz., en kan zich moeilijk verweren tegenover leeftijdgenoten. Een zekere ‘harding’ is dus belangrijk en nodig. Die ‘harding’ dient wel geleidelijk, vanuit wat het kind aankan te gebeuren. De b/b helpt ons onszelf te handhaven wanneer we opgroeien en de buitenwereld eisen aan ons gaat stellen; de b/b helpt ons te overleven, helpt ons ons aan te passen aan de eisen van gezin, school, leeftijdgenoten, maatschappij. De b/b is je basisenergie, is levensreddend: beschermt je tegen gevaar, maant je tot voorzichtigheid, is zorgzaam, zorgt er voor dat je niet buiten de algemeen geaccepteerde regels komt, dat je je niet te kwetsbaar maakt. Kortom: de b/b probeert je weerbaar te laten zijn tegenover de buitenwereld, zodat anderen geen misbruik van je maken. De b/b zorgt er voor dat je als het ware het spel meespeelt dat de wereld om je heen (leeftijdgenoten, school) van je verwacht, zodat je in dat spel wordt opgenomen, en je je erin kunt handhaven door te geven en te nemen; de b/b zorgt bijv. ook voor incasseringsvermogen: tegen een stootje kunnen.

NB Je kunt bij jezelf nagaan hoe de verhouding bij jou is in bepaalde situaties: heeft ‘het kwetsbare kind’ in je het voortouw (je voelt je kwetsbaar en niet helemaal aangepast in contact met leeftijdgenoten) , of de beschermer/beheerser (je speelt het spel mee dat wordt verwacht, je verweert je niet vanuit kwetsbaarheid maar vanuit een zekere soepelheid en met humor, desnoods met boosheid).

Als je merkt dat er niet helemaal een evenwicht is wat dit punt betreft kun je nagaan hoe je bijv. je beschermer/beheerser nog meer zou kunnen inschakelen.

3.  Vervolgens ontwikkelen zich ‘de zwaargewichten’ in jezelf: de drammer (die je zegt wat je allemaal nog moet doen); de criticus (die voortdurend kritiek levert op alles wat je doet); de perfectionist (die alles perfect wil hebben); de behager (die wil dat je in de eerste plaats anderen behaagt, maw: die wil dat je alles doet om aardig gevonden te worden, desnoods ten koste van jezelf). Deze deelpersonen zul je vast herkennen; maar een troost is dat ze zich niet alleen bij jou voordoen!

4.  Andere deelpersonen die zich in ons ontwikkelen zijn bijvoorbeeld de ouder-ikken, nl.: de innerlijke moeder en de innerlijke vader. Er zijn archetypen als: de zorgzame moeder (liefhebbend, gevend, ondersteunend, alles begrijpend, alles aanvaardend); de heks (de boze, vernietigende moeder, soms vermomd als een lokkende fee); de goede vader (standvastig, hulpvaardig, begrijpend, verantwoordelijk, verstandelijk); de boze vader (veroordelend en bestraffend).

Vaak verinnerlijken we de vader- en moederfiguur die we als kind hebben leren kennen; er is een ‘onvermijdelijke aantrekkingskracht van energieën’: zo trekken de vader-dochter-energieën elkaar aan, en de zoon-moeder-energie trekt elkaar aan. Daardoor is er in principe ook een spanningsvolle verhouding vader-moeder t.o.v. vader-dochter en zoon-moeder; ouders moeten kinderen niet voor zichzelf claimen, maar hen delen: moeder ‘moet’ vader een vader-relatie met zijn dochters gunnen, en vader ‘moet’ moeder een moeder-relatie met haar zoons gunnen. Wanneer er zich hierin een belemmering voordoet kan dit bij de kinderen later belemmeringen geven in het leggen van man-vrouw relaties.

5.  Andere deelpersonen/energieën in ons zijn de instinctieve energieën: agressie, jaloezie, seksualiteit, overlevingsdrang; deze energieën komen tot uiting in de volgende figuren (bijv. in sprookjes, dromen, in ons onderbewuste): monsters, beulen, slangen, roofdieren (leeuwen, tijgers, jaguars, wurgslangen), duivels, e.d.

Ingenestelde ge- en verboden van ouders en opvoeders kunnen aldus energiepatronen in ons opbouwen die een zelfstandig leven gaan leiden. Deze kunnen ons opjagen of ons met hun kritische en afkeurende innerlijke stemmen het leven zuur maken. Meestal hebben we maar een vaag vermoeden van al de delen in ons, die zich voortdurend proberen kenbaar te maken door gedachtenflitsen, stemmingen, verlangens, dromen en innerlijke stemmen. Wie echter dit alles wil leren kennen, kan Voice Dialogue toepassen om dit 'Ken U Zelf' - proces op gang te brengen.

Nu zul je denken: de ‘goede’ deelpersonen moeten we ontwikkelen, en de ‘slechte’ deelpersonen moeten we zien kwijt te raken, bijv. door ze te verstoten, uit onszelf te verwijderen. Die gedachte leeft dan ook in onze maatschappij; je ‘hoort’ niet boos, jaloers, agressief te zijn. Echter: door deze deelpersonen te verstoten jaag je ze naar het onbewuste. Immers: ze zijn niet uit onszelf te verwijderen, ze zijn er, of we het willen of niet! Door ze te verstoten werkt hun negatieve energie door vanuit het onbewuste, en hebben ze ons in onze greep zonder dat we er erg in hebben.

Vaak accepteren we van onszelf niet dat we zulke negatieve energieën zouden kunnen hebben, en geven we anderen de schuld. Dit is het bekende verschijnsel van de zondebok: het is de ander die de ‘schuld’ is van de negatieve, nare gevoelens die we soms in onszelf voelen. Het aanwijzen van een schuldige leidt tot verwijten: het is de neiging jezelf vrij te pleiten en de ander als schuldige aan te wijzen. Daarmee worden de eigen negatieve gevoelens ontkend. Het kan leiden tot een spiraal van negatieve verwijten over en weer, waar mensen in verward kunnen raken, en waaruit ze de weg niet meer weten. Essentieel is dan terug te gaan naar het eigen aandeel, en te stoppen met de ander te verwijten. Het zijn de harde lessen van het leven die ons leiden tot zelfkennis, en die ons ook bewust doen worden dat we allemaal ook onze negatieve energieën hebben. Leren omgaan met die negatieve energieën is een belangrijke opgave. Het gaat er niet om ze te verstoten, maar ze te integreren in onszelf door ook die negatieve kanten van onszelf te aanvaarden. Daar is moed voor nodig! Die integratie van negatieve energieën in onszelf kan o.a. plaatsvinden door Voice Dialogue: door de deelpersonen in onszelf met elkaar in gesprek te brengen. Dan worden we ons bewust van onze negatieve deelpersonen, en kunnen we ze leren aanvaarden, waardoor er evenwicht kan ontstaan van de aanwezige energieën.

Verstoten negatieve energieën worden als een kanker in de geest van de mens: ze hebben een vernietigende uitwerking op onszelf (wanneer we de negatieve energieën op onszelf richten, waarbij we zelfs kunnen komen tot zelfhaat, in het uiterste geval kunnen mensen tot zelfverminking of zelfmoord overgaan) of op de ander (wanneer we de ander destructief benaderen door de ander onze eigen negativiteit te verwijten); tenzij we leren met hen om te gaan.

De methode 'Voice Dialogue'

De kern van de methode is het manifest maken van de verschillende deelpersoonlijkheden in iemand, ze vanuit het innerlijk naar buiten laten treden en ze tot een gesprek uitnodigen. Het ego - met zijn uitvoerende functie - wordt zich daardoor bewust van de verschillende delen en van wat die mee te delen hebben. Verder wordt aandacht besteed aan de toestand van 'getuige zijn', die Stone de staat van awareness noemt: daarin kan integratie van de delen plaatsvinden.
Stone noemt het werken met Voice Dialogue bestzijnswerk, maar Stone's definitie van bewustzijn is. het gewaarzijn (awareness) én de ervaring van de verschillende energie?patronen of deelpersoonlijkheden.
Er wordt in Voice Dialogue op drie bewustzijnsniveau's gewerkt:
· op het normale ego-niveau (waakbewustzijn)
· op het niveau van de delen (veranderde bewustzijnstoestanden)
· op het niveau van de getuige (gewaar zijn).

De procedure

In de aanvang van een Voice Dialogue sessie zitten werker en begeleider ('facilitator') tegenover elkaar. Belangrijk is dat de werker de ruimte waarin bij werken wil, zijn psychische ruimte, duidelijk bepaalt, vooral wanneer er toeschouwers ('obeservers') zijn. Er wordt meestal gewerkt in groepjes van drie of vier personen. De werker en de begeleider besteden enige tijd om zich comfortabel te voelen in elkaars aanwezigheid en wisselen van gedachten over mogelijke spanningen tussen hen. Dan vraagt de begeleider waaraan de werker wil werken. Dit kan van alles zijn: problemen, dingen die hem bezig houden en waarover bij duidelijkheid wil in zichzelf, terugkerende gedachten of gevoelens, dromen, fantasieën of lichamelijke gewaarwordingen, kortom alles wat de werker maar bezighoudt.

Is het onderwerp bepaald, dan zal de begeleider de deelpersoonlijkheid die de drager is van dat bepaalde probleem of gevoel, uitnodigen om een andere plaats in de ruimte te zoeken, zodat hij speciaal met dat deel kennis kan maken en zo mogelijk een gesprek aangaan. Een voorbeeld:
Iemand klaagt dat hij nooit eens kan uitslapen. Ook al hoeft hij niet vroeg op, iets dwingt hem toch om op te staan. De begeleider kan kiezen uit de volgende delen: degene die hem dwingt op te staan, degene die niet kan blijven liggen of degene die zich erover beklaagt.

De verschillende delen blijken steeds energiepatronen in de werker te vertegenwoordigen, die als ze daartoe uitgenodigd worden meestal heel goed hun kant van de zaak weten te vertellen. De begeleider gaat een gesprek aan met elk van deze deelpersoonlijkheden, steeds op een andere plaats, en vraagt ze bijvoorbeeld naar hun herkomst, hun motivatie, hun manier van handelen, steeds op een uitnodigende en nooit veroordelende wijze. In de praktijk blijkt steeds weer, dat de deelpersoonlijkheden, als ze eenmaal van het ego gescheiden zijn, uitermate gul zijn met informatie, vooral als ze door het ego worden onderdrukt of niet werden begrepen. Op een gegeven moment is de deelpersoonlijkheid uitgesproken of verandert de energie, wat meestal blijkt door het tussenbeide komen van een ander deel dat gehoord wil worden. Dan kan de begeleider nog andere delen uitnodigen iets te zeggen, als hij vermoedt dat die er zijn.

Wanneer werker en begeleider besluiten dat het genoeg is geweest, (meestal kenbaar doordat de energie op is) dan wordt een periode van gewaarzijn in acht genomen. Daarbij gaat de werker één voor één achter elk van de deelpersoonlijkheden staan, en kan getuige zijn van wat zich heeft afgespeeld: de begeleider vertelt dat nog eens na. De werker keert vervolgens terug op de plaats van het ego voor een gedachtenwisseling, eventueel ook met de toeschouwers.


Recent is een boek uitgekomen over 'partneren'
Als therapeutisch instrument is Voice Dialogue bij uitstek geschikt in relatietherapie. Stone en Winkelman hanteren een relatiemodel waarin zij duidelijk maken hoe bepaalde deelpersoonlijkheden van de éne partner automatisch aansluiting vinden bij delen van de andere partner (door 'aantrekking van de energiepolen').

Enkele bijzonderheden

Niet iedereen kan altijd meteen in zijn deelpersoonlijkheden gaan. De 'controleur' (in de psychiatrie 'weerstand' genoemd, maar in Voice Dialogue als echte deelpersoonlijkheid beschouwd) kan dat stilzwijgend beletten. Deze controleur wordt in Voice Dialogue in hoge mate gerespecteerd. Hij is ooit uit nood geboren om de persoon te beschermen. Daarom wordt in geen geval geprobeerd hem tijdens de sessie omver te lopen, hem te negeren of te veroordelen. De controleur is niet alleen de beschermer van de persoon, maar ook van de Voice Dialoguesessie. Is hij dus sterk aanwezig, of is het ego met hem geïdentificeerd, dan wordt hij eerst benaderd en om toestemming gevraagd om verder te mogen werken. Wanneer de controleur gerespecteerd wordt blijkt ook dan weer, dat hij zijn weerstand gaandeweg zal opgeven en datgene toelaten wat de werker nodig heeft. Dat is meestal: zijn kwetsbare kanten mogen laten zien. Raakt iemand vertrouwd met het werk, dan genieten de deelpersoonlijkheden er steeds meer van 'uitgelaten' te worden en zullen er zich steeds nieuwe aandienen vanuit diepere of hogere lagen van het bewustzijn. Voice Dialogue brengt een proces op gang dat geen grenzen heeft. Je kunt er zover mee reiken als je wilt: kennis maken met je 'demonen', de onderdrukte instincten die giftige energieën veroorzaken, of juist spirituele energieën verkennen, waarvan je slechts het flauwste vermoeden hebt.

Het Voice Dialogueproces, eenmaal op gang gebracht, werkt dóór. Het nog onbewuste deel van ons geeft steeds zelf de impulsen in de vorm van dromen, stemmingen, beelden of opwellingen, om het werk voort te zetten. Het wil verder 'ontdekt' worden, totdat we uiteindelijk met onze 'inner guide' (innerlijke gids) in contact komen; volgens Stone is dat de intelligentie van het onbewuste, die ons minstens zoveel te bieden heeft als ons bewuste verstand voor onze ervaringen van de creativiteit en de zin van het leven.

Degenen die zich lange tijd met louter spirituele methodes hebben beziggehouden, bijvoorbeeld verschillende vormen van meditatie, blijken de Voice Dialogue methode prettig te vinden omdat ze weer met hun voeten op de aarde worden gezet; in de awareness-staat van de methode blijft voldoende ruimte en tijd voor meditatieve aandacht.

In Voice Dialogue zijn een aantal psychologische theorieën te herkennen. De dieptepsychologie is erin te herkennen omdat VD ervan uitgaat dat we ons over het algemeen niet bewust zijn van de verschillende deelpersonen in onszelf; ook stelt VD dat we vaak stemmen wegdrukken, verdringen naar het onbewuste, die van daaruit toch door blijven werken. Het gevolg van die onbewuste deelpersonen/stemmen is dat ze er wel zijn maar dat je dit niet weet. Je beseft dit niet, waardoor jij in de greep bent van die deelpersonen; wanneer je je er van bewust bent verliezen ze hun greep op jou, en ben jij weer de baas over jezelf. De humanistische psychologie is erin te herkennen omdat VD een manier is om jezelf te verwerkelijken (innerlijke groei). De contemplatieve psychologie is erin te herkennen omdat bij VD zelfobservatie heel belangrijk is: het waarnemen van onze gedachtenpatronen en de daarbij horende gevoelens, die afkomstig zijn van de deelpersonen in onszelf.

VD stelt dat wij mensen weliswaar een eenheid lijken te zijn, maar dat er in onze geest (psyche) een aantal verschillende stemmen van deelpersonen zijn te onderscheiden, die in de loop van ons leven zijn ontstaan. De aanleg tot bepaalde stemmen zit in ons allemaal. We worden als kind geboren, daarom hebben we allemaal de stem (persoon) van het kind nog in ons. Als we groter worden gaan we ons eigen kwetsbaarheid beschermen; in ons ontstaat de deelpersoon van de beschermer/beheerser. Het is belangrijk dat we als volwassenen open blijven staan voor de stem van het kind in ons.

Literatuur:

Embracing Heaven and Earth, by Hal Stone, Ph.D. A Personal Odyssey,
Embracing Our Selves, by Hal Stone, Ph.D. and Sidra Winkelman, Ph.D. Voice Dialogue Manual
Thuiskomen in jezelf (vertaling van Embracing Our Selves) Uitgeverij Mesa Verde
The energeties of Voice Dialogue, by Robert Stamboliev, M.A., William Lyon University, San Diego
Van elkaar houden zonder jezelf te verliezen, Hal & Sidra Stone, uitg. De Zaak