Contemplatieve of Boeddhistische Psychologie

De contemplatieve psychologie is de tegenhanger van het behaviorisme. Het behaviorisme beschouwt de menselijke psyche als een black box waar je niet in kunt kijken. Zij kijken alleen naar uiterlijk waarneembaar gedrag. De contemplatieve psychologie houdt zich juist bezig met die ‘black box’. Door zelfonderzoek, door je eigen innerlijke wereld te verkennen en onderzoeken, leer je de menselijke geest kennen, zo is het uitgangspunt. De methode om dit te onderzoeken heet 'introspectie', d.w.z.: zelfonderzoek door 'naar binnen te kijken', door na te gaan wat zich in jezelf afspeelt. Door naar je eigen geest te kijken leer je de menselijke geest kennen. Je kunt zo ontdekken wat zich allemaal in je geest voordoet, wat je allemaal denkt en voelt. Ook leer je kijken naar je eigen woorden en daden, naar je gedrag. Je gaat daarbij na wat de innerlijke processen zijn die zich afspelen, en waarvan je je in eerste instantie maar heel beperkt bewust bent. De contemplatieve psychologie houdt zich bezig met de methodiek van dit zelfonderzoek:  hoe je kun je komen tot zelfkennis. Dat is het begin. Vervolgens gaat het om de vraag hoe je op grond van zelfkennis kunt komen tot zelfsturing, tot beheersing van je eigen gedrag, tot het meester worden over je zelf. Het gaat er daarbij om dat je niet de omstandigheden, de wereld om je heen, andere mensen,  bepalen wie je bent. Het gaat er ook niet om dat je emoties of  gedachtepatronen je bepalen, het gaat er om dat je door bewust en onafhankelijk te kiezen jezelf stuurt, zoals een wagenmenner zijn paarden. De contemplatieve psychologie wordt ook wel Boeddhistische psychologie genoemd omdat ze in de Boeddhistische traditie staat.

De contemplatieve tradities zeggen dat ze methoden hebben ontwikkeld om te komen tot die zelfkennis en die 'zelfsturing'. Die methoden zijn generaties lang beproefd en verfijnd. Het zijn methoden die er op gericht zijn onze verwarring en onwetendheid op te sporen en te boven te komen. Om antwoord te geven op de vraag ‘waarom leven we zoals we leven?’ is het van belang om je eigen leven nauwkeurig te observeren, om als een buitenstaander naar jezelf te kijken. Dit vraagt een zekere afstand ten opzichte van het leven van alledag, van de vanzelfsprekendheid van het leven dat we leven. In ons dagelijks bestaan doen we gewoon wat we doen,   we voelen wat we voelen. Als je dit allemaal zonder verdere vragen over je heen laat komen is je geest, hoewel je lichaam wakker is, in een slapende toestand. D.w.z.: je leeft als in een droom. Je kunt het vergelijken met de eerste kaart van de Grote Arcana van de Tarot: de Dwaas. Dat is degene die onbekommerd kind is en kind blijft, en zich nergens zorgen over maakt. Nu is het zo dat wanneer je het leven leeft, je die kinderlijke onbezorgdheid onherroepelijk verliest: bij leven hoort lijden. Lichamelijke pijn, ziekte, dood, nare gebeurtenissen, levenspijn, dit alles is onlosmakelijk verbonden met het leven. Om ons tegen de levenspijn te beschermen hebben we een cocon om ons heen geweven: een schijnwereld die ons beschermt tegen de levenspijn en levensangst. Een schijnwereld van uiterlijk plezier, uiterlijk genot. We leven terwijl we als het ware verzonken zijn in gedachten; ons denken maalt maar door; we leven in een voortdurende zelfhypnose!

Het leven geeft steeds impulsen om uit die schijnwereld te ontwaken, maar omdat die ons beschermt tegen de pijn en het leed van de wereld willen we niet wakker worden. Het is de weg van de leerschool van het leven. Door pijn, verdriet, teleurstelling heen leren we heel langzaam, hardleers als we zijn, ons bewust te worden van de betekenis van onze eigen, individuele levensweg.

De contemplatieve tradities hebben methoden, manieren ontwikkeld om te helpen bij die weg van bewustwording. Zodra je vragen stelt over het leven doe je de eerste stap op de weg van het grote ontwaken, de weg van de bewustwording. Dat is in wezen de contemplatieve weg. Dat is een weg waar we ons hele leven mee bezig zijn. Immers: de mensheid is van ouds her die weg gegaan, en de ervaringen die mensen bij die weg hebben opgedaan zijn bewaard gebleven, en daar kunnen we, als mensen die nu leven, van leren. Je hoeft gelukkig niet alles zelf te ontdekken. De methoden van de contemplatieve tradities betreffen de vraag hoe we geestelijk wakker kunnen worden; het betreft de weg van bewustwording door middel van, eigenlijk heel eenvoudig, goed te kijken naar wat zich in ons afspeelt en hoe we ons gedragen. Het gaat er om dat we door middel van oplettendheid, waakzaamheid, wakkerheid, ontwaken uit ons onbewuste leven.

Dat valt niet mee omdat we leven in een cocon: een wereld van illusies en schijnzekerheden. Daardoor kunnen we onze vleugels als vrije vlinder niet echt uitslaan. We zitten gevangen in onze cocon en we weten het niet. We houden onszelf een schijnwereld voor, waarin we ons richten op schijnzekerheden en schijngeluk. We zoeken verstrooiing, we leven onze hartstochten uit, we zoeken de zin van het leven in materiële verrijking. We vallen in de valkuil waar de Tien Geboden ons voor willen behoeden. We raken in verwarring omdat we het geluk niet vinden waar we het zoeken. Duisternis, verwarring en onwetendheid omringen ons, en we worden opgeroepen tot licht, helderheid van geest en inzicht. Maar we houden die duisternis vaak vast omdat we ons richten op de uiterlijke schijn van materiële zaken, omdat we ons richten op hoe anderen ons vinden, wat anderen van ons verwachten. Daarbij staat ons eigenbelang centraal.

Gedurende momenten kun je soms komen tot iets dat op geluk lijkt, maar het ontglipt je weer, omdat je van uiterlijke omstandigheden afhankelijk bent. Het Boeddhisme noemt dit Samsara: steeds verder bevangen raken door onze beelden en fantasieën, door onze gedachtenpatronen, waardoor we lijden. Het is een in zichzelf gesloten cirkel van illusies. Hoe kun je nu die innerlijke standvastigheid, het innerlijk geluk, het bereiken van licht in de duisternis, realiseren? Het antwoord is: door de contemplatieve weg te gaan. Hoe?

Bij het zelfonderzoek helpt het door te proberen de volgende mijlpalen in jezelf te herkennen. In ons dagelijks leven heeft ons ego het heft in handen; ego is de onbewuste staat waarin we leven, en waaruit we moeten proberen te ontwaken. Je kunt je eigen geest onderzoeken door te 'kijken' naar de gedachten en gevoelens die door je heengaan, bijv. wanneer je in stilte alleen maar zit te zitten. Je ontdekt dan dat je gedachten overal heenvliegen, van de hak op de tak. Deze gedachtestroom is de werkelijkheidsbeleving van het ego. We denken dat we zijn wat we denken en voelen. We zijn zo bevangen door onze gedachtestromen en gevoelens dat we daar helemaal 'in' zitten. Wanneer bijv. onze gedachten aangeven dat we maar weinig voorstellen, denken we van onszelf ook dat we maar weinig voorstellen. We hebben dan niet in de gaten dat dit maar woorden zijn, gedachten, beelden, die op een of andere manier in ons denken en voelen terecht zijn gekomen. We hebben op die manier hele gedachteconstructies opgebouwd, we hebben zo een heel beeld van onszelf en de wereld opgebouwd, en we denken dat de werkelijkheid is. Het bijzondere is nu dat je buiten die gedachtestroom kunt gaan staan, en er als een buitenstaander naar kunt kijken. Je kunt uit je gedachtestroom ontwaken, en je kunt dan ontdekken  welke wereld je zelf hebt gecreëerd. Je ontdekt dan ook dat je in je zelf gecreëerde wereld gevangen bent geraakt: je meende dat de wereld was zoals die zich in je gedachten aan je voordeed.

Het contemplatieve pad houdt in dat het door een voortdurende waarneming van jezelf, van je gedachten en gevoelens, steeds helderder wordt wat je gedachteconstructies zijn en de daarbij behorende gevoelens, en wat de werkelijkheid van het hier en nu is. Het gaat er dan om steeds met je volle aandacht in het hier en nu te zijn, en het verwikkeld zijn in gedachtepatronen los te laten. Zoals een vogel die vrij door de lucht vliegt, zo vrij kun je dan worden. Het ontwikkelen van het onderscheidingsvermogen tussen werkelijkheid en bevangenheid door denken kan alleen echt plaats vinden vanuit een innerlijke rust en stabiliteit. Door onze geest tot rust te brengen kunnen we helderder waarnemen en ons losmaken van onze gedachtestroom. Tevens leidt dit onderscheidend bewustzijn tot wijsheid, dat is het besef dat we leven in zelfgeschapen illusies. Door ons daarvan bewust te zijn worden we vrij van illusie.

De kunst is dus: vrij worden van de gedachtestroom, het voortdurende commentaar in onszelf op onszelf en de wereld om ons heen. Als we daar werkelijk vrij van zijn kunnen we ons volledig richten op het hier en nu. Vrij zijn in het hier en nu, daar gaat het om.

Hoe kunnen we dat bereiken? Door te zitten! Meditatie is de training voor het dagelijks leven; mediteren is: in rust zitten, letten op je ademhaling, waarnemen dat er steeds gedachten zijn die je in beslag nemen. Proberen je te ontspannen, je gedachten loslaten, met je aandacht bij je ademhaling zijn. Deze oefening leidt ertoe dat je ook in het dagelijks leven je gedachtestroom onderkent en kan loslaten, zodat je volledig kan doen wat je doet zonder in beslag genomen te zijn door je denken; zonder dat je denken tegen je zegt wat hoort en wat niet hoort; zonder oordelen en afkeuringen gewoon zijn wie je bent. De gedachten voorbij. Dat is het ideaal van de contemplatieve psychologie.

Je hoeft alleen maar te kijken naar wat er in je opkomt…

Verlichting is de staat van bewustzijn die we bereiken wanneer we voortdurend helder in het hier en nu zijn zonder bevangen te zijn in onze gedachtepatronen. Daar is voortdurende oefening (meditatie) voor nodig.

Het is de opgave om je voortdurend bewust te zijn wanneer we bevangen raken door gedachtepatronen; het moment dat je dat merkt is het moment van kiezen, je kunt dan namelijk in het 'hier en nu' springen. In het dagelijks leven zal er veelal een heen-en-weer beweging zijn: bevangenheid - ontwaken - weer bevangen zijn - opnieuw ontwaken, enz. Om bewust te leven is het van belang de geest rustig en fris te houden. Daarvoor is ontspanning belangrijk; de training voor het ontwaken gebeurt door meditatie.

De contemplatieve psychologie is overgangsgebied tussen psychologie en spiritualiteit.

Bronnen:

Han de Wit: De verborgen bloei ; De lotus en de roos

Chögyam Trungpa: Het pad van de krijger.