Christelijke mystiek buiten de gebaande wegen: Quakers en Piëtisme

Quaker-beweging

Het Religieus Genootschap der Vrienden, beter bekend als quakers, vormt een groep ondogmatische gelovigen, die zijn wortels vindt in de christelijke traditie. Het leven en de overgeleverde uitspraken van Jezus vormen een belangrijke inspiratiebron. De mystieke traditie bleef tijdens de Reformatie voortleven, zij het in een andere vorm. De behoefte aan een persoonlijke, directe ervaring met God blijft bestaan. Zo ontstond bijvoorbeeld de Quaker-beweging, die zich richtte op stilte en innerlijke contemplatie als manier om God te ervaren. De Quakers werden in 1649 door George Fox gesticht.
Het geloof van de Quakers, ook wel de Society of Friends genoemd, was gebaseerd op de overtuiging dat iedereen de innerlijke stem van God kon horen en volgen. Ze wezen daarom het idee van een hiërarchische kerk af en geloofden in gelijkheid tussen alle mensen.

Quakers geloven dat er iets van God in ieder mens is, wat door ieder mens ervaren kan worden. Mystiek volgens hen wordt gekenmerkt door een persoonlijke ervaring van God en een diep verlangen naar eenheid met Hem. Het gaat om een innerlijke weg van geestelijke groei en transformatie, waarbij de nadruk ligt op de contemplatie en het gebed. Zij noemen dat ook wel het "innerlijk licht" of "inwaartse licht". Zij herkennen zich in de gedachte dat allen door dezelfde bron geïnspireerd kunnen worden. In de Quakergemeenschap bestaan verschillende affiniteiten waaronder een evangelische, vrijzinnig-christelijke en universalistische. Deze sluiten elkaar wederzijds niet uit. Deze verscheidenheid ervaren quakers als waardevol. Quakers proberen mensen tot elkaar te brengen om verzoening, gerechtigheid en vrede te bevorderen. In de Verenigde Staten en in het Verenigd Koninkrijk speelden zij een belangrijke rol bij de afschaffing van de slavernij.

Pietisme

Het Pietisme was een beweging binnen het protestantisme die ontstond in de 17e eeuw en zich vooral verspreidde in Duitsland. Het was een reactie op de toenemende secularisatie en de vermeende oppervlakkigheid van het geloof in die tijd. Het Pietisme wordt vaak gezien als een voortzetting van de Nadere Reformatie, maar had ook eigen kenmerken en leiders, zoals Philipp Jakob Spener en August Hermann Francke.

Het Piëtisme legde de nadruk op persoonlijke geloofsbeleving en innerlijke vernieuwing. Het ging niet zozeer om het naleven van regels en dogma's, maar om een persoonlijke relatie met God. Het geloof moest niet alleen in het hoofd, maar ook in het hart worden beleefd. Het Piëtisme was in die zin wel streng, omdat het een hoge mate van persoonlijke toewijding en discipline vereiste. Het ging om een radicale ommekeer in het leven, waarbij men afstand nam van wereldse zaken en zich volledig richtte op God.

De mystieke beleving was gericht op het ervaren van Gods aanwezigheid en het ontvangen van openbaringen. Dit kon bijvoorbeeld gebeuren door middel van gebed, meditatie of het lezen van de Bijbel. Het ging om een diepe, persoonlijke ervaring die niet altijd goed te verwoorden was.

Het was streng en veeleisend, en bood ruimte voor mystieke ervaringen en een diepe verbondenheid met God. Dominee Smytegelt wordt vaak gezien als een vertegenwoordiger van het Pietisme binnen de volgelingen van de Nadere Reformatie vanwege zijn nadruk op persoonlijke geloofsbeleving en heiliging. Het Piëtisme is uiteindelijk opgegaan in het orthodoxe calvinisme en de hedendaagse Reformatorische kerken.