Hiernamaals


Opvattingen over het hiernamaals verschillen sterk tussen de wereldreligies. Sommige tradities zien het leven na de dood als een proces van zuivering en wedergeboorte, terwijl andere geloven dat de ziel een eeuwige bestemming krijgt, hetzij in een paradijs, hetzij in een plaats van straf. De vraag of iemand voor altijd verloren kan gaan of een kans krijgt op rehabilitatie, hangt af van de specifieke religieuze overtuigingen.


1. Christendom

Het christendom kent verschillende opvattingen over het hiernamaals, afhankelijk van de stroming:
• Katholicisme: Er is de hemel voor de rechtvaardigen, de hel voor de verdoemden en het vagevuur (purgatorium) voor zielen die nog gereinigd moeten worden. Het vagevuur impliceert dat er een kans op rehabilitatie is voor hen die niet geheel verloren zijn.
• Protestantisme: Veel protestantse stromingen verwerpen het vagevuur en leren dat de mens na de dood direct naar de hemel of hel gaat, zonder tussenstadium. Voor sommige evangelische groepen is de hel een eeuwige straf zonder kans op herstel.
• Oosters-orthodoxe kerken: Benadrukken de hel als een toestand van afgescheidenheid van God, niet noodzakelijk als een eeuwige marteling, en geloven dat gebed en Gods barmhartigheid een rol kunnen spelen in het lot van de overledene.
Binnen sommige moderne christelijke stromingen bestaat een minder traditionele visie waarin de hel niet eeuwig is (universalistisch christendom), en uiteindelijk iedereen wordt gered.

2. Islam

In de islam wordt het hiernamaals gezien als een rechtvaardig oordeel door Allah:
• Hemel (Jannah): Voor de rechtvaardigen, als beloning voor hun geloof en daden.
• Hel (Jahannam): Een plaats van straf, maar niet per se eeuwig. In de meeste islamitische tradities kan een zondaar na een periode van straf uit de hel worden bevrijd als hij uiteindelijk Gods genade ontvangt. Alleen de meest kwaadaardige zielen, zoals hypocrieten en degenen die God ontkennen, worden als voor altijd verdoemd beschouwd.
Sommige soefi-tradities binnen de Islam benadrukken dat de hel eerder een zuiveringsproces is dan een eeuwige straf.

 

3. Jodendom

Het jodendom kent geen uniform dogma over het hiernamaals, maar er zijn verschillende opvattingen:
• Gan Eden (het Paradijs): Een plaats voor de rechtvaardigen.
• Gehinnom: Vaak gezien als een tijdelijke strafplaats, waar zielen worden gereinigd. De meeste zielen verblijven hier maximaal 12 maanden, waarna ze het paradijs kunnen binnengaan of volledig ophouden te bestaan. Slechts zeer zeldzame, kwaadaardige zielen blijven voor altijd in gehinnom.

Het jodendom legt sterk de nadruk op het hier en nu in plaats van op het hiernamaals. Orthodoxe en kabbalistische tradities geloven ook in reïncarnatie (gilgul), waarbij een ziel meerdere levens krijgt om zich te verbeteren.

4. Hindoeïsme

Het hindoeïsme kent een cyclus van reïncarnatie (samsara). Afhankelijk van iemands karma wordt men herboren in een hogere of lagere vorm.
• Moksha: De uiteindelijke bevrijding uit de cyclus, waarbij de ziel opgaat in het goddelijke (Brahman).
• Naraka: Een tijdelijke hel waar zielen worden gestraft en gereinigd voordat ze opnieuw worden geboren.
In deze visie krijgt iedereen de kans op rehabilitatie, omdat reïncarnatie een oneindige reeks kansen biedt om spirituele vooruitgang te boeken.

Moksha

5. Boeddhisme

Het boeddhisme gelooft, net als het hindoeïsme, in reïncarnatie en karma. Het boeddhisme kent zes bestaansrijken (sad-gati in het Sanskriet) waarin zielen wedergeboren kunnen worden, afhankelijk van hun karma. Deze rijken vormen samen de wiel van samsara, de cyclus van wedergeboorte en lijden. Elk rijk weerspiegelt een specifieke gemoedstoestand en morele toestand:
1. De Godenwereld (Deva-loka) – Een hemels bestaan vol vreugde en luxe, maar niet eeuwig. Omdat de bewoners hier weinig lijden kennen, raken ze gemakkelijk gehecht aan genot en vergeten ze spirituele groei.
2. De Halfgodenwereld (Asura-loka) – Bewoners van dit rijk zijn machtig en ambitieus, maar ook jaloers en strijdlustig. Ze lijden door hun constante competitie en afgunst tegenover de goden.
3. De Mensenwereld (Manu?ya-loka) – De meest gunstige wedergeboorte, omdat mensen de mogelijkheid hebben om verlichting te bereiken. Hier ervaart men zowel lijden als vreugde, waardoor spirituele groei mogelijk is.
4. De Dierenwereld (Tiryagyoni-loka) – Een bestaan gekenmerkt door instinct, onwetendheid en overleven. Dieren hebben weinig besef van spiritualiteit en worden gedreven door angst en begeerte.
5. De Hongerige geestenwereld (Preta-loka) – Bewoners van deze wereld lijden aan een onvervulde dorst en honger, die hun verlangens symboliseren. Ze zijn geobsedeerd door aardse begeerten en kunnen geen voldoening vinden.
6. De Hellewereld (Naraka-loka) – Een rijk van intense pijn en lijden, vergelijkbaar met een boeddhistische visie op de hel. Maar in tegenstelling tot sommige christelijke concepten is dit lijden niet eeuwig; het duurt totdat het karma is uitgewerkt.

Het uiteindelijke doel is nirvana, het beëindigen van de cyclus van wedergeboorte en het bereiken van verlichting. Niemand wordt als voorgoed verloren beschouwd; iedereen krijgt eindeloos kansen om spiritueel te groeien.

6. Andere religies en filosofieën

Zoroastrisme: Ziet het hiernamaals als een strijd tussen goed en kwaad. Na een periode van zuivering in de hel kunnen alle zielen uiteindelijk gered worden.
Spiritualisme en moderne esoterische stromingen: Gaan vaak uit van voortbestaan na de dood met de mogelijkheid tot spirituele groei en evolutie.
Agnostische en atheïstische opvattingen: Ontkennen vaak een hiernamaals, maar sommige seculiere filosofieën (zoals existentialisme) benadrukken dat mensen in het heden betekenis moeten vinden, omdat er geen tweede kans is na de dood.

Conclusie

Religies verschillen sterk in hun visie op het hiernamaals, maar er is een patroon te herkennen:
• Eeuwige verdoemenis komt vooral voor in sommige orthodoxe christelijke en islamitische tradities.
• Tijdelijke straf en rehabilitatie wordt aangenomen in het katholicisme (vagevuur), de islam (tijdelijke hel), het jodendom (gehinnom) en sommige hindoeïstische en boeddhistische stromingen.
• Reïncarnatie als kans op verbetering is de kern van het hindoeïsme en boeddhisme.
• Universele verlossing is te vinden in bepaalde mystieke en esoterische stromingen, en binnen sommige christelijke en islamitische interpretaties.
De opvatting dat niemand voorgoed verloren gaat is wijdverbreid, behalve in sommige strengere religieuze interpretaties.