Teksten over het onderwerp
'Vergeven is niet vanzelfsprekend'

Hindoegeschrift

(Bhagavad Gita, hoofdstuk IX)

Al is een mens besmeurd
met de zonden van een heel leven,
laat hij van Mij houden,
vastbesloten,
volkomen toegewijd,
dat is voldoende:
Ik zie geen zondaar,
die mens is heilig.
Heiligheid zal spoedig
zijn aard omvormen
tot eeuwige vrede.
O zoon van Kunti,
wees hier zeker van:
wie Mij liefheeft
zal niet vergaan.

 

Boeddhistisch geschrift

(Het evangelie van Boeddha, hoofdstuk 65)

Een huisvader had een zoon die naar een ver verwijderd land reisde, en terwijl de vader onmetelijke rijkdommen verzamelde, werd de zoon ellendig arm. En het gebeurde dat de zoon bij het zoeken naar voedsel en kleding in het land kwam waar zijn vader leefde. De vader zag hem in zijn armoede en gelastte zijn bedienden hem te roepen. Toen de zoon het paleis zag waarheen men hem bracht, dacht hij: “Ik moet de argwaan van een machtig man hebben opgewekt, en hij zal mij in de gevangenis werpen.” En zeer bevreesd zijnde vluchtte hij, voor hij zijn vader gezien had.

Toen zond de vader boodschappers zijn zoon achterna en deze werd gevangen en teruggebracht. De vader beval de bedienden zijn zoon zacht te behandelen en hem als hulp op het landgoed te werk te stellen. De zoon was met zijn nieuwe toestand ingenomen.

Door het venster van zijn paleis bewaakte de vader zijn zoon en toen hij zag dat hij eerlijk en ijverig was bevorderde hij hem tot steeds hoger rang.

Na vele jaren liet de vader zijn zoon voor zich komen en riep hij al zijn bedienden te zamen en maakte het geheim bekend. Toen was de arme man uitermate verblijd en was hij zeer verheugd om zijn vader te ontmoeten.

 

Geschrift van Zarathoestra

(Yasna 30 : 2 en 3)

Hoort met uw oren de beste dingen; beschouwt ze met helderziende gedachten, want ieder mens staat voor de keus. En gij, stemmen der Geweldigen, die eeuwen sluimerden, ontwaakt en sta ons bij.

De oorspronkelijke geesten, die zich in den beginne als tweelingen openbaarden, zijn het Betere en het Slechte in gedachte, woord en daad. Tussen deze twee kiezen de wijzen juist, de dwazen niet.

Eens zal de strijd een einde nemen, en het Slechte zal vergaan, omdat het te lang het Betere in de ogen heeft geblikt. Alleen het Zijn zal blijven. Laten wij de Leugen overleveren in de handen der Waarheid!

 

Joods geschrift

            (2 Samuel 12 : 1 - 5)

En de Here zond Natan tot David. Deze kwam bij hem en zeide tot hem: Er waren in een stad twee mannen; de een was rijk en de ander arm. De rijke had zeer veel schapen en runderen, de arme had niets behalve één kein ooilam dat hij had gekocht en opgekweekt.

Eéns kreeg de rijke man bezoek; en hij kon er niet toe komen één van zijn schapen of runderen te nemen en te bereiden voor de reiziger die bij hem was gekomen; dus nam hij het ooilam van de arme man en bereidde dat voor de man die bij hem gekomen was.

Toen ontbrandde de toorn van David zeer tegen die man en hij zeide tot Nathan: Zo waar de Here leeft: de man die dit gedaan heeft, is een kind des doods.

Daarop sprak Nathan: Gij zijt die man!

Bathseba in tweestrijd, met de brief van David in haar hand
(Rembrandt van Rijn, 1633)

Christelijk geschrift

(Lucas 15: Gelijkenis van de verloren zoon)

En weinige dagen later maakte de jongste zoon alles te gelde en ging op reis naar een ver land, waar hij zijn vermogen verkwistte in een leven van overdaad.

Toen kwam hij tot zichzelf en zeidde: Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan.

En hij stond op en keerde naar zijn vader terug. En toen hij nog veraf was, zag zijn vader hem en werd met ontferming bewogen. En hij liep hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem.


De terugkeer van de verloren zoon (Rembrandt, 1665)

En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en voor u, ik ben niet meer waard uw zoon genoemd te worden. Maar de vader zeide tot de bedienden: Breng vlug het beste kleed hier en trek het hem aan en doe hem een ring aan zijn hand en schoenen aan zijn voeten. En haal het gemeste kalf en slacht het en laten wij een feestmaal hebben want mijn zoon was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is gevonden.

 

Geschrift van de Islam

(Koran, Soera 24 : 22)

En laat hen, die rijkdommen en overvloed onder u bezitten niet ophouden te geven aan verwanten en behoeftigen en hen die hun huizen terwille van Allah hebben verlaten. Laten zij vergeven en over het hoofd zien. Wenst gij niet dat Allah u zou vergeven? Allah is Vergevensgezind, Genadevol.

 

Gayan

(pag. 27, 30, 32, 33, 34, 36)

Niemand zal in het leven ervaren wat niet voor hem is bedoeld.

Alle situaties in het leven zijn proeven die het echte en het onechte aan de dag leggen.

Verlangen naar wraak
is als verlangen naar vergif.

Door een ander van zijn fout te beschuldigen
stijft ge hem er slechts in.

Wanneer ge het pad der heiligen wilt gaan –
leer dan eerst vergeven.

Vergeven behoort aan God;
Het wordt eerst het voorrecht van
de sterfelijke mens,
wanneer een ander er om vraagt.

Velen erkennen de waarheid aan zichzelf
maar weinigen bekennen haar aan anderen.

De liefde die zich uit als verdraagzaamheid,
als vergevingsgezindheid,
die liefde heelt de wonden van het hart.

 

Teksten over 'aanvaarding'