Artikel uit Trouw, 2001-09-08

Zenboeddhisme / Verlichte zenmeesters vallen van hun voetstuk

door Elma Drayer

Decennialang lang weigerden de Japanse zenboeddhisten verantwoording af te leggen voor hun collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het Westen wist geen volgeling van die duistere kant van hun oosterse leermeesters -tot de verschijning van het boek 'Zen at War' in 1997. Dankzij de campagne van een Nederlandse vrouw uit Zeewolde gaan de zenleiders alsnog door het stof.

Het boeddhisme staat te boek als een uiterst vreedzame religie. Predikte Boeddha zelf niet eerbied voor alle leven? En zijn de volgelingen geen toonbeeld van onthechting, geweldloosheid en verdraagzaamheid? Dit zijn de woorden van de verlichte zenmeester Harada Sogaku in 1939: ,,Als je het commando krijgt om te marcheren: stamp, stamp. Krijg je de order om te schieten: pang, pang. Zo openbaart zich de hoogste wijsheid van de verlichting. De eenheid van zen en oorlog waarover ik spreek, reikt tot de verste verten van de heilige oorlog die nu aan de gang is.''

In 1997 verscheen Zen at War van Brian Victoria. Deze zenpriester en taalwetenschapper uit Nieuw-Zeeland onderzocht de rol van zijn geloofsgenoten in de Japanse oorlogvoering. Nauwgezet toont hij aan hoe veruit de meeste zenmeesters het nationalisme en militarisme van de Japanse machthebbers in woord en daad ondersteunden. Dat deden ze in de oorlog tegen Rusland, tegen China, dat bleven ze doen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze gaven zentrainingen aan officieren. Ze schreven talloze brochures en boeken waarin ze het moorden verheerlijkten en zelfmoordacties toejuichten. (Was 'het zelf' opofferen ten gunste van de heilige zaak niet het mooiste dat een zenbeoefenaar kon doen?) Ze zamelden enthousiast geld in voor gevechtsvliegtuigen. Ze deden, kortom, alles waar Boeddha van zou griezelen.

Neem Daisetz T.Suzuki, een hoogvereerd en beroemd zenmeester. Terwijl de Japanners in het bloedbad van Nanking (december 1937) 350000 Chinezen vermoordden, bejubelde Suzuki het zwaardgevecht. Het is niet de krijger, maar het zwaard dat doodt. ,,Hij heeft niet het verlangen om iemand pijn te doen, maar de vijand verschijnt en maakt zichzelf tot slachtoffer. Het is alsof het zwaard automatisch de daad van rechtvaardigheid voltrekt, die een daad is van barmhartigheid.''

Na de oorlog legden de zenmeesters in eigen land nimmer verantwoording af voor hun bedenkelijke rol, laat staan dat ze openbaar boete deden. Fouten erkennen, excuses aanbieden -het hoort, zoals bekend, niet tot de sterke kanten van de Japanse volksaard.

In de jaren zestig reisde een stoet zenleraren af naar de Verenigde Staten en Europa. Daar verspreidden ze hun boodschap onder westerlingen-op-zoek-naar-zichzelf. Uiteraard hielden ze de mond stijf dicht over hun oorlogsverleden. En geen enkele westerse volgeling koesterde argwaan, noch stelde lastige vragen. Hoe zou je ook de verlichten, met hun boodschap van verdraagzaamheid, geweldloosheid en innerlijke vrede, kúnnen verdenken? De aanhang groeide, de zenscholen bloeiden. Nu, veertig jaar later, is het zenboeddhisme in het Westen vitaler dan in bakermat Japan waar onder jongeren de belangstelling minimaal is.

De onthullingen van Brian Victoria kwamen hard aan bij de westerse volgelingen. Misschien wel het pijnlijkste punt: uitgerekend de zenleraren die in het Westen zo'n succes oogstten, waren destijds de ergste collaborateurs.

Zo kreeg Yasutani Hakuun een grote schare discipelen achter zich aan, en stichtte scholen door heel Amerika en Europa. De drie pijlers van zen, gebaseerd op zijn ideeën, werd een must voor elke beginnende zenboeddhist, het vuistdikke standaardwerk beleefde herdruk op herdruk. Uit de naspeuringen van Brian Victoria blijkt dat deze man een rabiate antisemiet was, en een nationalist en militarist pur sang. Yasutani Hakuun in 1943: ,,Natuurlijk moet men doden, zoveel mogelijk doden. Men moet, in harde gevechten, iedereen in het vijandelijke leger doden.'' Tijdens het moorden moet de krijger zijn tranen inslikken en deze zenwaarheid in gedachten houden: ,,Je doodt terwijl je niet aan het doden bent.''

De onaangename ontdekkingen van Brian Victoria sijpelden in Nederland -er zijn hier naar schatting 75000 zenbeoefenaars- héél langzaam door. Pas in de lente van 1999 verscheen in het Kwartaalblad Boeddhisme een artikel over diens 'schokkende onthullingen'. Maar de vuile was bleef netjes binnenshuis. September 2000 wijdde NRC Handelsblad een 'Profiel' aan het boeddhisme, waarin godsdienstwetenschapper en zenbeoefenaar dr.Christa Anbeek uitgebreid de stroming beschrijft. Over de zwarte bladzijden uit het zenverleden geen woord. Anbeek had het boek al wel gelezen, zegt ze desgevraagd, maar ,,het zat zeker niet zo prominent in mijn bewustzijn''.

Aan die algehele zwijgzaamheid komt nu een einde. Dankzij de inspanning van één Nederlandse vrouw zien de zenboeddhisten, hier én in Japan, eindelijk het verleden onder ogen, en zijn zelfs bereid om openlijk boete te doen.

Twee jaar geleden krijgt Ina Buitendijk (1938) Zen at War in handen. Ze woont in Zeewolde, is oud-lerares Engels, en mediteert zelf bij een rk priester en zenmeester in Duitsland. Bovendien is ze getrouwd met een 'kampkind'. Haar man ondervindt nog steeds, zegt ze, de psychische gevolgen van zijn verblijf in een jappenkamp op Java. Het boek van Brian Victoria maakte haar 'letterlijk misselijk', zegt ze. ,,Ik kon dit niet zomaar laten passeren.''

Buitendijk begint een unieke campagne. In december 1999 schrijft ze de president-zenmeester van haar 'school' in Japan een brief. Ze wil diens openlijke excuses voor de gedragingen van grondlegger Yasutani Hakuun in de Tweede Wereldoorlog.

Ook schrijft ze brieven naar de leiders van andere scholen. Daarbij richt ze zich op de Rinzai-sekte, een van de grootste zenboeddhistische stromingen in Japan, met talloze te onderscheiden onderafdelingen. (Het zenlandschap is even bont -en voor een buitenstaander even ingewikkeld- als dat van het christendom.) Tot nu toe weigerden de Rinzai-leiders pertinent zich in het openbaar te verantwoorden. Tegelijkertijd ('het tweede spoor') start Buitendijk een lobby onder zenleiders in Nederland. Ook van hen wil ze dat die zich 'officieel uitspreken'.

Ina Buitendijk: ,,Mijn man is indirect slachtoffer van de houding van de zenboeddhisten in Japan. Ik vind: als je vandaag de dag zen beoefent, ben je mededrager van dat verleden. Vergelijk het maar met de communisten. Die zijn ook medeverantwoordelijk voor de daden van Stalin. Daar moeten ze zich over uitspreken -althans, dat zóúden ze moeten doen.''

Het mirakel gebeurt: na enkele maanden begint haar brievenoffensief vrucht af te werpen. ,,Zenmeesters staan erom bekend dat ze nooit antwoorden'', zegt Buitendijk. ,,Maar dit keer wel.'' De eerste die reageert, in april 2000, is warempel zenmeester Jiun Kubota, derde opvolger van Yasutani Hakuun. Iedereen die 'verschrikkelijke ervaringen' moest ondergaan tijdens de oorlog biedt hij zijn oprechte verontschuldigingen aan. ,,Voor het leed veroorzaakt door de woorden en daden van Yasutani, kan ik, de huidige president, niet anders dan mijn allerdiepste spijt betuigen.'' Deze Apology publiceert hij in een zentijdschrift, maar alléén in het Engels. Buitendijk: ,,De oudere ordegenoten zijn zeer ongelukkig met die verklaring. Daarom is dit compromis eruit gerold. De tijd is nog niet rijp voor een tekst in het Japans. Over een jaar of twee misschien wel, zei de secretaris.''

Inmiddels reageerden ook andere geestelijk leiders uit de Rinzai-sekte. ,,Ik bied mijn verontschuldigingen aan'', schrijft Harada Shodo, ,,voor de steun die mijn leermeester aan de Japanse oorloginspanningen heeft gegeven.'' ,,Het is mijn innigste wens'', schrijft Hirata Seiko, abt van een grote orde, ,,dat mijn brief de pijn van degenen die al zo lang hebben geleden enigszins mag verzachten.''

Mooiste buit tot nu toe: de brief van Hosokawa, leider van Myoshin-ji, met ruim 3500 tempels het grootste genootschap binnen Rinzai. Ook deze zenmeester gaat diep door het stof, en zegt bovendien toe dat hij in februari 2002 op een grote 'synode' de kwestie aanhangig zal maken bij zijn broeders. Expliciet doel: officiële boetedoening en spijtbetuiging. Buitendijk: ,,Waarom ze het nu wél doen? Door die brieven van mij hebben ze waarschijnlijk gedacht: er zijn nog steeds mensen die er last van hebben.''

Ook enkele prominente Nederlandse zenboeddhisten heeft ze inmiddels zover gekregen. Zenmeester prof.dr. Ton Lathouwers (leider van de Maha Karuna Ch'an school) stelde samen met Nico Tydeman (idem van Kanzeon Shanga) en Jef Boeckmans (trappist-zenmeester in Zundert) een verklaring op; de komende weken proberen ze andere Nederlandse zenleiders over te halen mee te ondertekenen.

Ton Lathouwers: ,,We moeten de waarheid zien van onze traditie. We zijn niet zelf schuldig, maar we dragen een collectieve schuld. Omdat we hebben meegedaan aan het klakkeloos verheerlijken van het zenmeesterschap. Bovendien zitten we hier met mensen die in Nederlands-Indië daadwerkelijk geleden hebben onder de Japanse machthebbers.''

Lathouwers was, als alle westerse zenboeddhisten, diep ontdaan door de onthullingen van Brian Victoria. Hij schaart hem in het rijtje Primo Levi, Eli Wiesel, Varlam Sjalamov -auteurs die beschrijven hoe mensen ontaarden in beesten 'als ze zich laten leiden en manipuleren'. ,,De belangrijkste vraag is: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Hoe is het mogelijk dat zenmeesters, met hun aureool van verlichting, zo verblind waren? Alle plaatjes vallen uit elkaar. Dat is verschrikkelijk, maar ook heel goed. Het leert ons dat we te allen tijde waakzaam en kritisch moeten blijven.'' Verlichting bestáát, zegt Lathouwers, maar het is ,,eigenlijk een heel griezelige term. Er is verlicht handelen. En soms, heel even, breekt inzicht door, en voel je je bevrijd. Maar maak niemand wijs dat je volmaakt bent. Ook Yasutani was een gewoon mens met blinde vlekken.''

Zenkenner en -beoefenaar dr.Christa Anbeek ziet niets in het initiatief van Buitendijk. ,,Ik heb het boek van Brian Victoria bestudeerd, en het is behoorlijk schokkend. Maar ik vind dat je oog moet hebben voor de Japanse context waarin het zich heeft afgespeeld. Ik wil het niet goedpraten, maar je kunt als westers zenbeoefenaar niet zeggen: ze zijn fout geweest. Ik heb er sowieso altijd problemen mee als de ene partij de andere aanklaagt. En dat Nederlandse zenmeesters plaatsvervangend excuses gaan aanbieden vind ik echt heel raar. Het zijn ook maar woorden natuurlijk.''

Anbeek is 'verbaasd' als ze hoort dat de Japanse zenleiders zelf openlijk boete willen doen. ,,Dat Ina Buitendijk dat bij de Japanners teweeg weet te brengen, vind ik heel knap. Maar dan komt meteen mijn wetenschappelijke argwaan naar boven. Ze hebben er natuurlijk belang bij om hun populariteit in het Westen niet kwijt te raken.''

Ina Buitendijk gaat intussen onvermoeibaar verder met haar veldtocht. De verklaringen van de Japanse en de Nederlandse zenmeesters zal ze aanbieden aan de bladen van de Indische gemeenschap. ,,Voor mij is het prettig dat ik gehoor vind, ook voor mijn familie. Die excuses klinken oprecht, niet dat je denkt: er steekt iets achter. Dit spreekt tot het hart.''

Trouw