De Nederlandse Geloofsbelijdenis

De Nederlandse Geloofsbelijdenis, opgesteld in 1561, is een belangrijk belijdenisgeschrift van de orthodoxe gereformeerde kerken, de zogenaamde bevindelijke kerken. Het werd geschreven door Guido de Brès, een predikant en hervormer, in een tijd van zware vervolging van protestanten in de Lage Landen. Het doel van de belijdenis was om de katholieke overheid te laten zien dat de gereformeerden geen opstandelingen waren, maar vredelievende christenen met een bijbels gefundeerd geloof.

Structuur van de Nederlandse Geloofsbelijdenis

De Nederlandse Geloofsbelijdenis bestaat uit 37 artikelen die systematisch de kernpunten van het christelijk geloof behandelen. De structuur volgt in grote lijnen de indeling van de klassieke theologie: God, de Schrift, Christus, de kerk en het christelijke leven.

Hieronder een overzicht van de belangrijkste thema’s en artikelen:

1. Over God en de Schrift

• Artikel 1: Het geloof in één God, eeuwig, almachtig en onvergankelijk, die zich openbaart in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest.

• Artikel 2: Hoe God zich aan ons bekendmaakt, namelijk door:

1. De schepping, onderhouding en regering van het heelal.

2. Zijn Woord, dat duidelijker is dan de natuur.

• Artikel 3-7: De Heilige Schrift wordt behandeld als het Woord van God. Het belang van de Bijbel, zijn gezag, de canonieke boeken en de afwijzing van apocriefe geschriften komen aan bod.

2. Over de leer van God en de mens

• Artikel 8-11: De leer van de Drie-eenheid. De drie personen van de Godheid (Vader, Zoon en Heilige Geest) worden uitgewerkt.

• Artikel 12: De schepping van de wereld en de voorzienigheid van God.

• Artikel 13: De voorzienigheid van God wordt nader toegelicht: alles in de wereld gebeurt naar Zijn wil.

• Artikel 14: De schepping en val van de mens: de mens is naar Gods beeld geschapen, maar door de zondeval vervreemd van God.

• Artikel 15: De erfzonde en de verdorven natuur van de mens.

3. Over de verlossing door Christus

• Artikel 16: De uitverkiezing: God heeft uit genade bepaalde mensen verkoren tot eeuwig leven.

• Artikel 17: De belofte van verlossing door Jezus Christus na de zondeval.

• Artikel 18-21: De menswording, het lijden, de dood en de opstanding van Jezus Christus. Christus’ werk als Middelaar staat centraal.

• Artikel 22-23: Het geloof alleen (sola fide) als middel tot rechtvaardiging en het afwijzen van menselijke verdiensten.

• Artikel 24: De goede werken als vrucht van het geloof, niet als grond voor rechtvaardiging.

4. Over de kerk en de sacramenten

• Artikel 27-29: De kerk wordt beschreven als de gemeenschap van ware gelovigen, verspreid over de hele wereld. De kenmerken van de ware kerk worden genoemd:

1. De zuivere prediking van het Evangelie.

2. De zuivere bediening van de sacramenten.

3. De toepassing van de christelijke tucht.

• Artikel 30-32: De kerkorde en het ambt van ouderlingen en diakenen.

• Artikel 33-35: De sacramenten: de doop en het avondmaal worden als tekenen en zegels van Gods genade beschreven.

5. Over het christelijke leven en de toekomst

• Artikel 36: De taak van de overheid. Hoewel de overheid door God is ingesteld om de orde te handhaven, dient ze ook de verspreiding van het Evangelie niet te hinderen.

• Artikel 37: De wederkomst van Christus en het laatste oordeel. Christus zal terugkeren om de levenden en de doden te oordelen, waarna de gelovigen eeuwige vreugde en de ongelovigen eeuwige straf zullen ontvangen.

Belang en invloed

De Nederlandse Geloofsbelijdenis benadrukt de soevereiniteit van God, de genade van Christus, en de autoriteit van de Schrift. Het document werd in 1562 naar koning Filips II gestuurd als pleidooi tegen de vervolging van protestanten. Het is opgenomen als een van de Drie formulieren van Enigheid in de gereformeerde kerken, samen met de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels.

Het blijft tot op de dag van vandaag een belangrijke belijdenis binnen gereformeerde kringen, niet alleen in Nederland, maar ook internationaal. Het biedt een helder overzicht van de gereformeerde geloofsleer en is geliefd vanwege zijn systematische opbouw en Bijbelse onderbouwing.