XII De Gehangene
Archetype: de gevangenis.
Traditionele
interpretatie: Ommekeer, overgave, initiatie, ontvankelijkheid, opoffering, innerlijke
vrede, een nieuwe kijk op de wereld. Valse profetie, verwaandheid, weerstand tegen
spirituele invloeden, opgeven van het zelf, angst, passiviteit, uitputting, ontrouw.
De Gehangene is een van de meest mysterieuze kaarten. Hij symboliseert het principe van tegenstrijdigheid. De belangrijkste boodschap is dat we meester kunnen worden van de situatie door los te laten (‘controle’ krijgen door los te laten), we kunnen winnen door ons over te geven, we kunnen voorwaarts gaan door stil te staan. De kaart spoort aan om een nieuwe kijk op de dingen te ontwikkelen. Deze kaart duidt een overgangsperiode aan, of initiatie. Negatieve aspecten kunnen zijn: verlamming van de wil, of voorportaal van de hel.
In archetypische zin vertegenwoordigt De Gehangene ‘de donkere kant van de psyche’, een periode van twijfel of verwarring die tot diepgaande levensverandering kan leiden.
De kaart van Waite toont dat de gehangene de ultieme overgave heeft gerealiseerd. Hij hangt omgekeerd aan een kruis, en toch is zijn gezichtsuitdrukking onthecht; hij kijkt peinzend, lijkt in gedachten verzonken, en tegelijk ziet hij er niet bijzonder ongemakkelijk uit. Zijn houding, vooral zijn armen, hebben iets fiers, iets van trots. Bij Waite geeft hij zelfs blijk van een goddelijk begrip van de situatie. Hij heeft zichzelf opgeofferd, maar hij komt te voorschijn als overwinnaar.
In De Russische tarot hangt de Gehangene aan een levende boom, waaraan een overvloed aan appels groeit. De appels zijn rijp, en ze vallen overvloedig naar beneden. Boven op het kruis zit een prachtige vuurvogel, die graag appels lust. In Rusland is de appel een populaire, smakelijke vrucht. De appel heeft twee tegenstrijdige symbolische betekenissen: symbool van maagdelijke godheid (Great Goddess, Grote Godin; zie ook de vrouwelijke vorm van de appel, met name van het binnenste klokhuis!), en het symbool van het kwaad, de verleiding (Adam en Eva!).
De Gehangene ziet de appels als rijpe vruchten overvloedig om zich heen, hij ziet ze vallen, maar kan er niet bij. Er blijven vragen over. Het lijkt of de vuurvogel in de touwen pikt waarmee de Gehangene is vastgebonden; zal de Grote Godin de Gehangene de vrijheid schenken en hem als troost appels te eten geven (appel voor de dorst!)? Zit de gehangene in het spanningsveld tussen moraliteit en immoraliteit?
Het spanningsveld dat zich voordoet is dat van de omkering; de Gehangene ziet ‘de omgekeerde wereld’, en kennelijk geeft dat te denken. Tegelijk duidt de wijze waarop dit is weergegeven niet op de dood of het einde, maar op tekenen van leven: appels voor de dorst, de vuurvogel als teken van vrijheid en vitaliteit. Het lijkt er op of de Gehangene in een benarde situatie terecht is gekomen, maar in die benarde situatie ineens andere perspectieven ziet die hem te denken geven. De moeilijke positie geeft hem de kans het leven anders te zien, en dat intrigeert hem. Hij lijkt al vooruit te kijken, en te weten dat hij met de nieuw verworven zienswijze het leven beter aan zal kunnen. Wellicht ook: dat hij dan, in vrijheid, kan genieten van wat nu onbereikbaar is - het symbool van de appels. De vuurvogel lijkt zijn kameraad te zijn geworden die hem niet in de steek laat. Kortom: er is hoop voor de Gehangene!
De afbeelding bij Crowley is ‘harder’ dan bij Waite en de Russische tarot. Beide handen en een voet zijn vastgespijkerd, het hoofd drukt lijden uit, ‘nederdaling ter helle’. Het vertrouwen in de intuïtie is verloren geraakt. Het vastzitten in de eigen verstarde instelling en zienswijze is erin te herkennen. Alles lijkt verloren. De bovenkant van de kaart geeft het perspectief aan: er is hoop! De handen en de voet zijn niet vastgespijkerd aan een vaststaand kruis, maar aan losse ronde elementen. Het enige vaste punt is de lus war de ‘vrije’ voet in zit. Met deze voet kan de gehangene een signaal geven, waardoor hij opgetrokken wordt door iemand aan de andere kant, en zichzelf in vrijheid kan stellen. Nodig is dat wordt geaccepteerd dat je de situatie niet meester kan worden door de eigen controle, maar door overgave (capitulatie) aan de stroom van het Tao. Dan wordt de gehangene als vanzelf weer opgericht, en kan hij verder.
Uitnodiging: laat je verstarde patronen los, bekijk de zaak van de andere kant, word je gewaar van je werkelijkheid, geef je over aan de stroom van het Tao.