XXI De Wereld (de Voleinding)

Archetype: de hemel; de herstelde wereld (het hervonden paradijs; het hemelse paradijs).

Traditionele interpretatie: vrolijkheid, erkenning, rijkdom, onderscheidingsvermogen, harmonie tussen geest en lichaam, praktische zin, verhuizing. Aan het aardse gehecht zijn, onbeweeglijkheid, stagnatie. In archetypische zin vertegenwoordigt deze kaart de synthese van de persoonlijkheid, waarin alle aspecten in het zelf zijn geïntegreerd. Het komt neer op: “Durven zijn wie je bent”.

Het einde van de reis door de grote arcana is bereikt, en het einde is als in mythen en sprookjes: het verloren gewaande paradijs wordt hervonden. (“...en ze leefden nog lang en gelukkig!”)

De eenheid, die verloren is gegaan in het begin van de reis, is hersteld. De afgebeelde persoon is een vrouw; ze verenigt het mannelijke en het vrouwelijke in zich. De dansende vrouw staat rechtop, in tegenstelling tot de gelijkende houding van de gehangene; het dansen beeldt het genieten uit. De nieuwe kringloop begint weldra, maar deze mens heeft geleerd van de ervaringen van deze reis. We bevinden ons in een spiraal die steeds hoger rijst. De kaart toont het doel, en zegt ons dat we onze plaats in de wereld gevonden hebben, dat we aangekomen zijn. De kaart geeft aan dat we de plaats gevonden hebben waar we horen, waar we thuis zijn. Op geestelijk niveau staat de kaart voor een hoge graad van rijpheid, van volledige zelfontplooiing. In alle gevallen betekent ze vreugde, geluk, tevredenheid en dankbaarheid voor het bereikte.

Bij deze kaart valt te denken aan wat Maslow de ‘topervaring’ noemt (een gevoel van vervulling en zegening). We hebben het gevoel de wereld in onze hand te hebben wanneer we (iets wezenlijks van) onszelf hebben gegeven. Dat is de bron van waar geluk. 

In het leven van alledag betekent de kaart: uit zichzelf te voorschijn treden, van het leven genieten en het beamen, dansen, zich licht en zorgeloos voelen, midden in het volle leven staan, aan alle eisen die het leven stelt met speelse ongedwongenheid voldoen, reizen.

Het Russische woord voor wereld is hetzelfde woord als voor vrede: ‘mir’! De haardracht, het hoofddeksel en het kleed zijn traditioneel-Russisch. De afgebeelde planeet aarde is het beeld zoals dat vanuit de ruimte te zien is, vanuit de Spoetnik! De kaart toont ons: ‘dit is de planeet waar de mens thuis hoort’. Dit beeld doet denken aan het materialisme van het atheïstische Sovjettijdperk. De symbolen van de vier evangelisten zijn rondom de aarde afgebeeld, als het ware om te zeggen: de ruimte is niet het domein van menselijk materialisme, er is meer! De afbeelding lijkt ons te herinneren aan het mysterie van het leven op onze planeet.

Een levenslustige en tegelijk ernstige vrouw danst in de ruimte, voor de aarde. De afgebeelde ene mens lijkt er met voldoening naar te kijken; de drie afgebeelde dieren hebben er geen oog voor, en lijken hun eigen waarheid te hebben. De vrouw is volbloed vrouw, ze is de vleesgeworden anima! Ze is engel en vrouw tegelijk, en ook engel en hoer, lustvol en heilig, moeder aarde en de Goddess, het geheim der wereld, aantrekkend en zich verbergend, liefdevol, maar je weet het niet zeker. Ze heeft twee staven in haar hand. Ze lijkt ‘het einde’, maar is tegelijk een nieuw begin van de volgende cyclus. Deze Russische vrouw blijkt een volbloed vrouw (Eva) te zijn!

Kaart XXI heet bij Crowley “Het universum” (=bevrijding uit gebondenheid; voltooiing). De naakte vrouw danst de dans der bevrijding. Ze is bevrijd van haar ego, al dansend verdwijnt ze in het universum en wordt daar één mee. Door het alziend oog van Horus (het oog rechtsboven) heeft ze haar eigen beperkingen gezien. Met dit inzicht maakt ze zich met behulp van de sikkel (in haar rechterhand) los uit het net der verstrikkingen. De slang van transformatie heeft zichzelf overleefd en haar functie verloren. De vier cherubijnen blazen de geest in de vier windrichtingen: “Zie, alles is nieuw”. De grenzen van het ‘ik’ lossen op in de organische vereniging met het universum, zoals de druppel oplost in de oceaan. Het gaat daarbij niet om het bereiken van volmaaktheid, maar de pelgrim heeft een leerproces achter de rug waarbij hij zijn eigen beperkingen heeft leren kennen; hij heeft ontdekt dat hij het leven niet zelf kan bepalen, en dat hij het ook niet zelf hoeft te doen. Door dat inzicht heeft hij zich bevrijd van de beperkende banden met de aarde. De pelgrim ervaart een universeel vrijheidsgevoel en voelt zich één met het universum, de kosmos.

De kosmische wetten zijn voor een bepaald terrein van het leven ontdekt, en de pelgrim leert daar naar te leven. Dit geeft een gevoel van vreugde, van thuis komen. De pelgrim is nu klaar voor een nieuw begin, een volgende fase.

Uitnodiging: Vertrouw je waarnemingen! Maak een lijst van alle onafgemaakte situaties waarvan de oplossing je een gevoel van opluchting kan verschaffen. Focus daar op, en laat los (shift)! Het is mogelijk om de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn. Bevestig: ik ben één met het universum.

Het vervolg kan zijn het begin van een nieuwe ronde:  De Dwaas