Er is geen religie die zo nauw aansluit bij het veganisme als het Jainisme. Toch zijn jaina's (meestal) geen veganisten. Vlees, vis, eieren, honing, bont en leer zijn taboe, maar in het gebruik van melk en wol wordt door hen geen kwaad gezien.
Het woord jain verwijst naar een volgeling van de jina's: 'zij die overwinnen'. In totaal zijn er 24 jina's, die ook wel tirthankara's (bruggenbouwers) worden genoemd. Meer dan 98% van de 8 miljoen jaina's op aarde bevindt zich in India. Buiten India zijn Jaingemeenschappen in Groot Brittannië en de Verenigde Staten.
Ahimsa
Ahimsa is voor jains een belangrijk begrip: geweldloosheid en eerbied voor alle
leven, in gedachten, woorden en daden. Vanwege dit beginsel (dat het toebrengen
van letsel verbiedt) dienen alle jaina's volledig vegetarisch te leven, aangezien
ahimsa betrekking heeft op de gehele schepping en niet ophoudt bij de mens.
Jains zijn vaak werkzaam in de handel, omdat in de meeste andere beroepen -vaak
onbedoeld - andere wezens kwaad wordt berokkend. Zo doodt een boer bij het ploegen
meestal duizenden kleine diertjes.
De monniken zijn nog strikter in het nastreven van ahimsa. Ze verplaatsen zich
uitsluitend te voet en hebben een bezempje bij zich, waarmee ze voorzichtig
de bodem schoonvegen, om te voorkomen dat ze op een insect zullen trappen. Ze
zeven hun water en dragen monddoekjes om te voorkomen dat insecten per ongeluk
hun mond invliegen en zich daar bezeren.
Gebed
“Vriendschap met alle levende wezens, vreugde om de kwaliteiten van de
deugdzamen, grenzeloos medelijden met alle lijdende wezens en gemoedsrust tegenover
al wie me wil kwetsen, dat mij ziel zich deze houdingen eigen maakt, voor nu
en altijd”.
Levende wezens worden door de Jaina's ingedeeld in
vijf niveaus op basis van gevoelsorganen:
1: tastzin, zoals planten en bacteriën.
2: tast en smaak, zoals wormen.
3: tast, smaak en reuk, zoals luizen.
4: tast, smaak, reuk en gezichtsvermogen, zoals muggen.
5: tast, smaak, reuk, gezichtsvermogen en gehoor, zoals zoogdieren.
Alle wezens dienen met respect te worden behandeld en alleen wezens van het eerste niveau zijn voor jaina's toegestaan om te eten. De vier belangrijkste verboden etenswaren:
Honing: geweld tegenover vliegende
insecten zoals bijen. Ook is het onrein, aangezien vuil en bijen-eieren er in
blijven plakken. Daarom dient het ook niet als medicijn te worden gebruikt.
Boter: ghi, curd en (boter)melk zijn toegestaan, maar zodra
de boter uit de botermelk wordt gehaald, ontstaan ontelbare bacteriën,
waardoor het oneetbaar wordt voor jains.
Vlees: het doden van dieren en het gebruiken van voedingsmiddelen,
die door geweld verkregen zijn, is niet toegestaan. Ook het eten van dieren
die een natuurlijke dood gestorven zijn, is verboden, aangezien vele wezens
van niveau 1 en hoger zich in het dode vlees voortplanten. Vis, gevogelte en
eieren worden gezien als vlees.
Alcohol: geweld tegenover ontelbare schepselen van niveau 1.
Bovendien schaadt alcohol de mentale en fysieke gezondheid en maakt de kans
op het begaan van zonden groter.
Ander te vermijden voedsel:
IJs: voor de bereiding van ijs wordt
meestal gebruik gemaakt van eieren, wat niet meer of minder is dan een embryo.
Ook worden vaak chemische middelen toegevoegd. Bovendien is het koude voedsel
niet goed voor de spijsvertering.
Gif: zoals tabak, DDT, opium. Is slecht voor de gezondheid
en het mentale welbevinden.
Klei: is kankerverwekkend en bevat vele bacteriën, die
schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Dit geldt voor alle soorten aarde,
behalve voor kalk en rode klei.
Groenten en fruit met veel zaden: wanneer de zaden elkaar bijna
of helemaal raken, zoals in vijgen, is het fruit of de groente oneetbaar voor
jains. Ook kool en bloemkool worden niet gebruikt, deze herbergen vele levende
wezens tussen hun bladeren.
Bedorven voedsel: ontelbare wezens groeien in bedorven voedsel.
Gekookt voedsel dient binnen een aantal uur te worden genuttigd en mag niet
tot de volgende dag worden bewaard. Maar eten mag ook niet worden verspild,
dus je bord leegeten is verplicht. Dit ondervonden mijn zus en ik tijdens een
jainfestival in Ranakpur (India). We mochten onze lege borden pas weer inleveren
als er echt geen kruimeltje meer op zat. Anders werd je onverbiddelijk teruggestuurd!
Knollen: tijdens de oogst wordt het bodemleven geweld aangedaan,
daarom eten jains geen bodemvruchten zoals aardappels, uien, wortels en knoflook.
Andere verboden:
's Nachts eten. Na zonsondergang worden veel overdag onzichtbare
dieren aangetrokken door voedsel. Bij lamplicht kan men niet goed kan zien of
het voedsel of drinken vrij is van kleine diertjes. Bovendien is 's nachts eten
niet bevorderlijk voor de mentale en fysieke gezondheid.
Het dieet van Jains is puur, voedzaam en verkregen zonder geweld en bevat voedingsmiddelen zoals graan, melk, yoghurt (curd), ghi (geklaarde boter), groenten en fruit. Jains zijn lactovegetariërs. Zij gebruiken de melk van de buffel of de koe (die in India over het algemeen vrij rondlopen), maar uitsluitend wanneer het kalf genoeg heeft gedronken. Door de verstedelijking in India is de oorsprong van de melk niet meer altijd duidelijk, waardoor sommige jains er voor kiezen geheel geen melkproducten meer te gebruiken.
Jains houden geen huisdieren, omdat ze hen niet van hun vrijheid willen beroven. Ook keuren ze jagen en stropen af, evenals dierproeven en de bont- en leerindustrie. Jains gebruiken geen leer. Het dragen van leer is ook niet toegestaan voor toeristen die hun tempels willen bezoeken. Lederen schoenen, tassen en riemen moeten bij de ingang worden afgegeven. In een enkele tempel was ook de kleur zwart verboden. Zwarte fotocamera's mochten niet mee naar binnen worden genomen, de reden hiervoor is me echter niet duidelijk geworden.
Alles is god
Het Jainisme wordt soms ten onrechte omschreven als atheïstisch, omdat
hun godsbeeld niet is verpersoonlijkt in één god, zoals God in
het Christendom en Allah in de Islam. Ook is er volgens het Jainisme geen schepper
van het universum, omdat het universum er altijd al was en zal blijven bestaan,
evenals de schepper er altijd had kunnen zijn. In plaats van een nauw omschreven
godsbegrip, aanbidden de jains de gehele schepping (pantheïsme). De schepping
zien zij als één leven; één organisme, waarvan mens,
dier en plant onderdeel zijn. Verder vereren de jaina's de 24 tirthankara's,
ofwel bevrijde zielen, die oneindige, absolute en volledige kennis, visie en
kracht bezitten. Zij hebben zich vrij gemaakt van gevoelens die de ziel zwaar
maken, zoals haat, hebzucht en egoïsme. Deze tirthankara's zijn in principe
geen goden, maar dienen als voorbeeld voor het bereiken van eeuwige gelukzaligheid.
In de tempels zijn vele beelden aanwezig van de tirthankara's. De tempelberg in Palitana in India herbergt er ongeveer 10.000, verdeeld over bijna 1000 (veelal hele kleine) tempels. De in lotushouding zittende beelden, met grote loensende ogen, worden vereerd door middel van een heilig ritueel, puja genaamd. Het beeld wordt versierd met verse bloemen en op veertien plaatsen aangestipt met vloeibare saffraan. Ondertussen wordt wierook gebrand en worden lofliederen gezongen.
De centrale gedachte van het Jainisme is dat de wereld in de greep is van het kwaad en lijden. Een oneindig aantal individuele zielen zit gevangen in de materiële wereld. Ze zijn eraan gebonden in een kringloop van reïncarnaties door karma: het geestelijk residu van slechte daden uit vorige levens. Door goede daden wordt dit karma vernietigd en kan de ziel ten slotte ontstijgen en moksha bereiken: eeuwige gelukzaligheid. Slechte daden en het nastreven van materiële genoegens binden de ziel nog sterker aan de wereld. Leven als jain vraagt om grote soberheid. Deze zichzelf opgelegde soberheid komt vaak ten goede aan anderen, want jains zijn buitengewoon gul ten opzichte van goede doelen. Zij richten scholen en ziekenhuizen op en schenken deze aan de staat. De meeste dierenklinieken in India zijn door jains opgericht.
De vijf geloften van het Jainisme:
Geen geweld tegen mens en dier (ahimsa)
Niet liegen (satya)
Niet stelen (asteya)
Kuisheid (brahmacharya)
Niet inhalig zijn (aparigraha)
Ghandi
Mahatma Ghandi, de grote Indiase hervormer en pacifist, was sterk door jainistische
ideeën beïnvloed. Hij was afkomstig uit Kathiawar, een jainistisch
gebied en had vele contacten met jaina's. Zijn politiek van geweldloos verzet
tegen de Britten was mede geënt op het jainistische ahimsa-beginsel.
Gebruikte literatuur:
Essence of Jainism volume I en II:
Shri 108 Jain Tirth Darshan Bhavan
Trust, Palitana; 1992
Jainsism, the world of conquerors,
volume I: Natubhai Shah; 1998
Godsdiensten in de wereld:
Breuilly, O'Brien, Palmer; 1997
Een wereld van religies:
J. Bowker; 1999
De wereldgodsdiensten over tijdloze
thema's: O.P. Ghai; 1997
India, goden als mensen:
W. Callewaert; 1991
India: R. Waterstone; 1995
IVU magazine